Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[vof] vof,
[appellant 2],
[appellant 3],
5.Het verdere procesverloop
6.De nadere beoordeling
“indien (…) deze speelautomaten door welke oorzaak dan ook niet meer kunnen functioneren”. Appellanten voeren aan dat de automaten niet kunnen functioneren omdat het café gesloten is. Appellanten verbinden hieraan de conclusie dat de overeenkomst is geëindigd, zodat er geen plaats is voor ontbinding. Het hof verwerpt dit standpunt. Art. 5-5.1 onder c heeft, zoals [geïntimeerde] terecht stelt, betrekking op “een oorzaak inherent aan de” automaten (antwoord, 6). Deze bepaling heeft geen betrekking op de situatie waarin, zoals hier, de locatie waar de automaten staan is gesloten. Deze betekenis van de bepaling blijkt uit de context: het gaat in art. 5-5.1 b en c steeds om omstandigheden “inherent aan de” automaten (verlies, beschadiging of onrendabele exploitatie) en de uitzonderingen van art. 5-5.1 b en c (“tenzij (…)”) geven [geïntimeerde] de mogelijkheid vervangende automaten te plaatsen (waarna de overeenkomst doorloopt). Appellanten mochten dan ook redelijkerwijs niet verwachten dat de overeenkomst in de situatie van sluiting van het café zou eindigen op grond van art. 5-5.1 c.
“Bij overtreding van deze overeenkomst (…) verbeurt[appellanten, hof]
ten behoeve van[ [geïntimeerde] , hof]
een dadelijk en ineens, zonder sommatie of ingebrekestelling opeisbare boete van € 11.345,=, alsmede een dadelijk en ineens, zonder sommatie of ingebrekestelling opeisbare boete van € 453,= voor elke dag dat de overtreding voortduurt (…)”.
“Conform de overeenkomst bent u gehouden tot de exploitatie van twee (2) speelautomaten (…)”.