Uitspraak
GERECHTSHOF ̓s-HERTOGENBOSCH
1.[geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerde 2],
5.Het verdere verloop van het geding
6.De verdere beoordeling
7.De uitspraak
- te gehengen en te gedogen dat een bloembak wordt gerealiseerd op het perceel van [geïntimeerde 1] en zich vervolgens zal bevinden op het perceel van [geïntimeerde 1] ;
- te gehengen en te gedogen dat de door [geïntimeerde 1] voor de realisatie daarvan in te schakelen werklieden zich na behoorlijke kennisgeving en tegen schadeloosstelling (voor zover sprake is van schade) kortstondig begeven en bevinden op het perceel van [appellante] teneinde de bloembak te realiseren;
- de bouwwerkzaamheden op geen enkele wijze te verhinderen;
- na het gereedkomen van de bloembak, van die bloembak af te blijven en de daarin door [geïntimeerde 1] aan te brengen grond en beplanting en daaraan op geen enkele wijze schade toe te brengen;
- in, op, boven of onder de bloembak, en ook elders op, boven of onder het perceel van [geïntimeerde 1] geen zaken of werken te plaatsen c.q. aan te brengen;
- geen beschadigingen aan te brengen aan het pand van [geïntimeerde 1] door in de muren van dat pand te boren en/of anderszins;