Uitspraak
GERECHTSHOF ‘s-HERTOGENBOSCH
1.Het verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
5.De slotsom
€ 716,-
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep van [appellante] tegen een vonnis van de kantonrechter te Roermond. Het geschil draait om de vraag of [appellante] aansprakelijk is voor het salaris van [geïntimeerde] na de overgang van onderneming op 29 augustus 2016. [geïntimeerde] was in dienst bij [appellante] en heeft na de overname door [de vennootschap 2] geen salaris meer ontvangen. De kantonrechter had in eerste aanleg geoordeeld dat [appellante] hoofdelijk aansprakelijk was voor de salarisbetalingen, wat [appellante] betwistte in hoger beroep. Het hof oordeelt dat de aansprakelijkheid van [appellante] beperkt is tot verplichtingen die zijn ontstaan tot de datum van de overgang van onderneming. Aangezien de vordering van [geïntimeerde] betrekking heeft op verplichtingen die zijn ontstaan na deze datum, wordt de vordering afgewezen. Het hof vernietigt het vonnis van de kantonrechter en wijst de vorderingen van [geïntimeerde] af, waarbij [geïntimeerde] in de proceskosten wordt veroordeeld.