Uitspraak
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
Ten aanzien van de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [minderjarige] en in de kosten van levensonderhoud van verzoekster zijn partijen overeengekomen dat de man de navolgende kosten per maand zal blijven voldoen:
De echtgenoten zijn het erover eens dat de man, nadat hij alle hiervoor genoemde kosten heeft betaald, nagenoeg geen draagkracht meer heeft voor het voldoen van enige kinder- en partnerbijdrage. Zij zijn overeengekomen dat de man die twee bijdragen daarom niet zal betalen. Dit is voor de vrouw blijkbaar geen aanleiding geweest om haar verzoeken dienaangaande in te trekken. De rechtbank zal, gelet hierop, beslissen conform hetgeen de echtgenoten zijn overeengekomen, onder afwijzing van het meer of ander verzochte.
Aangezien de omstandigheden van de echtgenoten dit vragen, treft de rechtbank voor de duur van het gezing de hierna te melden voorlopige voorzieningen.”
bepaalt dat de vrouw bij uitsluiting zal zijn gerechtigd tot het gebruik van de echtelijke woning (…) en beveelt (…) dat de man deze woning dient te verlaten en bepaalt dat hij deze verder niet betreden mag;