Uitspraak
,
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, is op 15 augustus 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende het ouderlijk gezag over de minderjarige [minderjarige], geboren in 2006 in Duitsland. De vader, wonende in Duitsland, heeft in hoger beroep verzocht om gezamenlijk gezag, terwijl de moeder, wonende in Nederland, dit heeft betwist. De Raad voor de Kinderbescherming heeft in een rapport geadviseerd het verzoek van de vader af te wijzen, omdat er zorgen zijn over de situatie van [minderjarige] en de communicatie tussen de ouders ernstig verstoord is. Het hof heeft vastgesteld dat de ouders niet in staat zijn om samen beslissingen te nemen in het belang van [minderjarige]. De moeder neemt momenteel eenzijdig beslissingen, wat leidt tot een klempositie voor [minderjarige]. Het hof concludeert dat het gezamenlijk gezag beëindigd moet worden en dat het gezag alleen aan de moeder toekomt, om te voorkomen dat [minderjarige] verder klem raakt tussen de ouders. Daarnaast is er een informatieregeling afgesproken, waarbij de moeder de vader vier keer per jaar zal informeren over belangrijke zaken met betrekking tot [minderjarige]. De beslissing van de rechtbank Limburg is bekrachtigd, en de verdere invulling van de informatieregeling wordt aan de advocaten van partijen toevertrouwd.