Uitspraak
7.Het verdere verloop van de procedure
- het tussenarrest van 22 mei 2018 waarbij het hof in principaal en incidenteel hoger beroep bewijsopdrachten heeft gegeven;
- de akte leveren/uitlaten bewijs van [appellant] van 5 juni 2018 met producties;
- het proces-verbaal van getuigenverhoor aan de zijde van [geïntimeerde] van 7 augustus 2018;
- het proces-verbaal van contra-enquête aan de zijde van [appellant] van 21 november 2018;
- de memorie na enquête van [geïntimeerde] van 15 januari 2019 met productie;
- de akte tot rectificatie voornaam tevens conclusie na enquête van [appellant] van 15 januari 2019 met producties;
- de antwoord-memorie na enquête van [geïntimeerde] van 12 februari 2019;
- de antwoord-memorie na enquête van [appellant] van 12 februari 2019.
8.De verdere beoordeling
De conclusie is dat de betreffende vorderingen door de kantonrechter terecht zijn afgewezen.
Al deze betalingen horen bij de veilingverplichtingen”. De vervoerskosten voor de tweede tranche waren in dit geval echter door haar c.q. haar werkgever betaald: “
ik heb toen een Chinees vervoerbedrijf gecontacteerd en de transportkosten vooruitbetaald voor de veiling. Van die tweede tranche zijn dertig duiven verkocht en door de koper betaald (inclusief de transportkosten) maar de andere vijfentwintig duiven hadden geen stamboominformatie en konden dus niet verkocht worden. Dus zijn van de vijfentwintig duiven ook geen transportkosten betaald. Het was wel de bedoeling dat de koper de transportkosten betaalde maar dat is dus niet gebeurd omdat de duiven onverkocht zijn gebleven”.
Normaal is het zo dat als duiven op een veiling verkocht worden een koper de verkoopprijs betaalt en de vrachtkosten, mits de duiven nog in Europa zijn. In dit geval had [appellant] opslagproblemen en zijn de duiven op verzoek van mij ten behoeve van [appellant] in opdracht van het Chinese veilinghuis opgehaald bij [appellant] door een Belgisch bedrijf (..). Het Chinese veilinghuis heeft vervolgens de vrachtkosten naar China voorgefinancierd. Dat is niet gangbaar.
[appellant] heeft dus de duiven met de papieren (voor zover die compleet waren) meegegeven met de transporteur voordat de duiven verkocht waren. Nu zit het veilinghuis met de transportkosten van de duiven die niet verkocht zijn.
nee, hij is onze agent wij betalen hem.”. Desalniettemin heeft [geïntimeerde] in deze procedure - waarin het Chinese veilinghuis geen partij is - de transportkosten van de 25 duiven op eigen naam gevorderd.
maar later moest [appellant] ons dat terugbetalen. (..) Na de veilig wordt een totale rekening opgemaakt en dan worden die fotokosten afgetrokken van de opbrengst. Ik was er bij toen dit werd afgesproken: het is een regeling van de veiling.”. Maar de getuige, die zoals de raadsheer-commissaris heeft geconstateerd – hetgeen door [geïntimeerde] ook niet is weersproken – geen Nederlands spreekt, heeft niet verklaard dat tussen [appellant] en [geïntimeerde] onderling is overeengekomen dat [appellant] de fotokosten aan [geïntimeerde] verschuldigd zou zijn. [appellant] heeft onweersproken gesteld dat hij en [geïntimeerde] slechts in het Nederlands met elkaar hebben gesproken. Daarnaast heeft getuige [getuige] eerder in het verhoor verklaard dat zij niets kon verklaren over dat wat [appellant] met [geïntimeerde] was overeengekomen.
Mijn commissie is normaal exclusief de fotokosten, die fotokosten worden naderhand bij de afrekening verrekend door het Chinese veilinghuis. Dat betekent dat uiteindelijk de verkoper de fotokosten betaalt. (..) Ik heb [appellant] heel vaak gesproken en met hem gedineerd en de fotokosten zullen zeker aan de orde zijn geweest maar ik kan dat niet expliciet bevestigen.”
wij hebben geconstateerd dat 5 duiven gebreken hadden en wij moesten ervoor zorgen dat [appellant] de ontvangen koopprijs zou terugbetalen. Wij hebben 4 kopers terugbetaald geloof ik, het is inmiddels 6 jaar geleden. 5 duiven kosten ongeveer 3.000 euro en de terugbetaling door ons aan de kopers was volledig want de klanten had niks aan de duiven. De koopprijs was reeds volledig betaald aan [appellant] en dus moest onze terugbetaling worden verrekend met hem. Ik meen dat gedurende het transport twee duiven waren overleden, en dat een duivin geen eieren kon leggen en twee doffers de eieren niet konden bevruchten.”
ik[spreek]
geen Chinees (..) dit soort kwesties[worden]
normaal door het veilinghuis (..) geregeld. Problemen met gebrekkige duiven worden uiteindelijk verrekend met de verkopende partij, die draagt die kosten en de verantwoording. Het gebeurt eigenlijk altijd wel dat er een duif ziek wordt ofzo, het zijn tenslotte levende dieren die vervoerd worden. (..). Dus er is altijd een risico voor de verkoper. Het is gangbaar dat in zo’n geval de koper recht heeft op terugbetaling van de koopprijs”.
Het gaat dus zo de koper betaalt de koopprijs aan het veilinghuis. Het veilinghuis maakt een afrekening naar de verkoper en naar de tussenpersoon. De tussenpersoon die krijgt 30% en 70% gaat naar de verkopende partij minus de fotokosten en minus eventuele calamiteiten (zoals in dit geval bij de tweede tranche de transportkosten van de niet verkochte duiven en de terugbetaling van de gebrekkige duiven).”
“(..) via terugbetaling of er wordt een andere duif ter compensatie gegeven. (..) In dit geval is dat niet gebeurd. Sterker nog vanaf het moment dat de duiven waren opgehaald in ongeveer mei 2012 heb ik geen contact meer gehad met [geïntimeerde] (..) Hij heeft mij dus nooit verteld dat de duiven ziek of dood waren of gebreken vertoonden en nooit ringen gestuurd. Ik weet ook niets van door [geïntimeerde] aan kopers in China geretourneerde koopprijzen.”
no ownership card” en bij drie duiven staat “
no ship”.
no ship”. Hetzelfde geldt voor duif nr [nummer 2] , met een opbrengst van € 250. Op blz. 2 van veilingnummer [nummer 3] figureert duif [nummer 4] , met een opbrengst van € 1800, en eveneens de vermelding “
no ship”. Door [geïntimeerde] is geen afdoende verklaring gegeven voor het feit dat in zijn lijst bij deze drie duiven (om de in die lijst vermelde reden) geen opbrengst staat vermeld, terwijl zij in de door hemzelf overgelegde veilinguitdraaien wel met opbrengst zijn weergegeven. Zo geeft [geïntimeerde] geen afdoende verklaring voor het – door [appellant] gememoreerde feit – dat van deze duiven wel foto’s zijn gemaakt, hier wel eigendomsbewijzen van waren, deze wel op de veiling zijn verkocht, maar ze desalniettemin niet naar China zouden zijn getransporteerd. [geïntimeerde] laat verder na om aan te geven waarom dit gesteld niet-transporteren aan [appellant] te wijten zou zijn. Het hof zal daarom genoemde opbrengsten bij de erkende opbrengst van € 16.800 tellen. Verder staan op blz. 2 van veilingnummer [nummer 5] twee duiven vermeld met als opbrengst € 0, terwijl bij duif nr [nummer 6] in de lijst daarentegen een opbrengst van € 300 staat (en de andere duif niet in de lijst voorkomt). Dit bedrag zal het hof weer van de totaalopbrengst aftrekken. Tenslotte staat op blz 2 van veilingnummer [nummer 3] duif nr [nummer 7] vermeld met een opbrengst van
no ship”-argument lag dat bij twee duiven aan het ontbreken van de eigendomspapieren, waarover het hof ook al heeft geoordeeld. De opbrengsten van die duiven (€ 275 resp. € 200) worden dus niet van het totaalbedrag afgetrokken. [geïntimeerde] geeft verder niet aan waarom de door hemzelf kennelijk opgestelde afrekenlijst - die op meerdere punten afwijkt van de openbare veilinglijsten - leidend zou moeten zijn, zoals hij stelt.
€ 11.530.Het hof zal dit bedrag toewijzen, met de gevorderde wettelijke rente vanaf de dag der inleidende dagvaarding (9 december 2013).