In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 1 augustus 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de zorgregeling en kinderalimentatie voor een minderjarige die actief is in de voetbalsport. De moeder, appellante in principaal appel, verzocht om aanpassing van de zorgregeling, omdat zij vond dat de huidige regeling te belastend was voor de minderjarige, die veel moest reizen tussen twee woonplaatsen. De vader, verweerder in principaal appel, was van mening dat de huidige regeling in het belang van de minderjarige was en dat deze moest worden voortgezet. Het hof heeft de adviezen van de bijzondere curator en de Raad voor de Kinderbescherming in overweging genomen en geconcludeerd dat de bestaande zorgregeling het beste aansluit bij de wensen van de minderjarige. Het hof heeft vastgesteld dat de minderjarige zich prettig voelt bij de huidige regeling, ondanks de reistijd, en dat deze regeling hem de mogelijkheid biedt om op hoog niveau te voetballen. De zorgen van de moeder over de belasting voor de minderjarige en haar gezin zijn begrijpelijk, maar het hof oordeelt dat het belang van de minderjarige zwaarder weegt. De vader's verzoek om een wijziging in de omgangsregeling op zaterdagen buiten het voetbalseizoen is afgewezen, evenals zijn verzoek om een wijziging van het tijdstip van terugbrengen op zondag. De vader is verantwoordelijk voor het halen en brengen van de minderjarige op woensdag, donderdag en vrijdag, terwijl de moeder dit op zaterdag en in even weken op zondag doet. De kinderalimentatie blijft ongewijzigd, en het hof heeft de bestreden beschikking bekrachtigd, met enkele aanvullingen.