In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, hebben de grootouders in hoger beroep verzocht om de bestreden beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant te vernietigen en om alsnog een omgangsregeling met hun kleinkinderen vast te stellen. De moeder van de kinderen heeft zich verzet tegen dit verzoek en heeft de rechtbank verzocht de beschikking te bekrachtigen. De mondelinge behandeling vond plaats op 8 januari 2019, waarbij zowel de grootouders als de moeder en de vader aanwezig waren. De ouders hebben in het verleden te maken gehad met verslavingsproblematiek, wat heeft geleid tot de uithuisplaatsing van de kinderen. De moeder heeft moeite met de rol van de grootouders en is terughoudend ten aanzien van contactherstel. Het hof heeft vastgesteld dat de moeder zich niet aan gemaakte afspraken heeft gehouden en dat haar gronden om geen medewerking te verlenen aan contactherstel ontoereikend zijn. Het hof heeft de zaak pro forma aangehouden tot 24 oktober 2019, in afwachting van het verloop van het contact tussen de grootouders en de kinderen, zoals eerder overeengekomen. De advocaten zijn verzocht om het hof tijdig te informeren over de voortgang van dit contact.