3.13.[appellante] voert het volgende aan ter toelichting (grieven, 8-19):
- De spaarhypotheek (OpMaat) was een complex product met een beleggingsverzekering (akte, 1);
- Rabobank heeft de risico’s en gevolgen van de hoofdelijkheid niet met [appellante] besproken (in het bijzonder: dat [appellante] geen eigenaar zou worden van het huis) en Rabobank heeft geen klantprofiel of adviesrapport (in relatie tot de keuze van [appellante] ) opgemaakt (grieven, 28);
- Rabobank heeft de zware lasten van de ex-vriend (inclusief alimentatieplicht en zakelijke lening bij ING van € 850.000,00) niet beoordeeld en Rabobank heeft zich (door geen NIBUD-toets uit te voeren) aan overkreditering schuldig gemaakt (grieven, blz. 13);
- Relevant in dit kader is dat Rabobank begin 2006 heeft geweigerd de ex-vriend een zakelijke financiering te geven omdat er onvoldoende vertrouwen was in een stabiele bankrelatie en dat Rabobank in 2006 niet bereid was de toenmalige partner uit de hoofdelijkheid te ontslaan (de ex-vriend had onvoldoende middelen);
- [appellante] heeft de (door Rabobank overgelegde) algemene voorwaarden nooit ontvangen (akte, 4) en deze voorwaarden bevatten vernietigbare en oneerlijke bedingen (over communicatie tussen Rabobank en de ex-vriend mede voor [appellante] ) (grieven, 38-40);
- [appellante] was niet bekend met de financiële situatie en het faillissement van de ex-vriend; Rabobank had eerder met [appellante] moeten spreken over de stand van zaken rondom het faillissement, de oplopende betalingsachterstand, de daarover gemaakte afspraken, de uitkering aan de ex-vriend (op grond van de spaarpolis) en de verkoop van het huis;
- Rabobank heeft zonder overleg de voorwaarden van de leningen gewijzigd (door de renteverplichtingen op te schorten) en had moeten aandringen op verkoop van het huis in een eerder stadium (de schuld liep op, de waarde van het huis nam af en Rabobank behoorde de marktontwikkelingen (kredietcrisis) te kennen en te volgen) (grieven, 43-44, 48);
- Rabobank heeft na de verkoop jarenlang niets van zich laten horen; Rabobank heeft haar rechten verwerkt (art. 6:89 BW; grieven, 49);
- Rabobank had sneller moeten handelen en de contractuele rente moet dus worden afgewezen (grieven, 50); het beroep op het rentebeding is onder deze omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar.