Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
- de verdachte niet-ontvankelijk zal verklaren in het hoger beroep voor zover dit is gericht tegen de vrijspraak voor feit 1 (primair en subsidiair), feit 4 en feit 5;
- het vonnis van de rechtbank voor het overige zal bevestigen, behoudens ten aanzien van de beslissing omtrent de vordering tenuitvoerlegging met parketnummer
- het openbaar ministerie niet-ontvankelijk zal verklaren in de vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 02-800699-15.
hij, als degene die al dan niet als bestuurder van een motorrijtuig betrokken was geweest bij een verkeersongeval dat had plaatsgevonden in Eindhoven op/aan de Geldropseweg, op of omstreeks 22 april 2017 de (voornoemde) plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl daardoor, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, een ander (te weten [slachtoffer] ), aan wie bij dat ongeval letsel was toegebracht, in hulpeloze toestand werd achtergelaten, en/of terwijl bij dat ongeval, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, letsel en/of schade werd toegebracht aan een ander, te weten die [slachtoffer] ;
hij op of omstreeks 22 april 2017 te Eindhoven, in elk geval in Nederland, als degene tegen wie verdenking was gerezen als bestuurder van een personenauto te hebben gehandeld in strijd met artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het vermoeden bestond dat hij onder invloed van een andere in artikel 8, eerste lid van genoemde wet bedoelde stof dan alcoholhoudende drank verkeerde, nadat hij de door een opsporingsambtenaar aan hem gevraagde toestemming tot het verrichten van een bloedonderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder b van genoemde wet, niet had verleend, geen gevolg heeft gegeven aan een aan hem gegeven bevel van een hulpofficier van justitie of een daartoe bij regeling van de Minister van Justitie aangewezen ambtenaar van politie, zich aan dat bloedonderzoek te onderwerpen en/of geen medewerking daaraan heeft verleend.
dat hij, als degene die als bestuurder van een motorrijtuig betrokken was geweest bij een verkeersongeval dat had plaatsgevonden in Eindhoven op/aan de Geldropseweg, op 22 april 2017 voornoemde plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl daardoor, naar hij wist, letsel en schade werd toegebracht aan een ander, te weten [slachtoffer] ;
hij op 22 april 2017 te Eindhoven, als degene tegen wie verdenking was gerezen als bestuurder van een personenauto te hebben gehandeld in strijd met artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het vermoeden bestond dat hij onder invloed van een andere in artikel 8, eerste lid van genoemde wet bedoelde stof dan alcoholhoudende drank verkeerde, nadat hij de door een opsporingsambtenaar aan hem gevraagde toestemming tot het verrichten van een bloedonderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder b van genoemde wet, niet had verleend, geen gevolg heeft gegeven aan een aan hem gegeven bevel van een hulpofficier van justitie, zich aan dat bloedonderzoek te onderwerpen en geen medewerking daaraan heeft verleend.
- het ongeval omstreeks 03.45 uur heeft plaatsgevonden;
- getuigen [getuige 3] en [getuige 4] omstreeks 04:00 uur hebben gezien dat de auto die bij dat ongeval betrokken was werd stilgezet op het trottoir op de kruising van de Heezerweg en de Piuslaan te Eindhoven;
- getuigen [getuige 3] en [getuige 4] vervolgens de hond zijn gaan uitlaten en, gelet op het tijdstip van de melding om 04.53 uur en de tussenliggende handelingen, vermoedelijk tussen 04.30 en 04.40 uur terug bij de auto waren;
- vanaf dat moment verdachte in ieder geval op de bestuurdersstoel van de auto heeft gezeten.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden.
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
18 (achttien) maanden.
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
10 (tien) maanden.