ECLI:NL:GHSHE:2019:2692
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van ontwikkelingsbedreiging door spanningen tussen ouders
In deze zaak gaat het om de ondertoezichtstelling van een minderjarige, die door de rechtbank Limburg is uitgesproken. De ouders, de moeder en de vader, hebben in hoger beroep verzocht om deze beschikking te vernietigen. De rechtbank had de minderjarige onder toezicht gesteld vanwege een ernstige bedreiging in haar ontwikkeling, veroorzaakt door de onveilige en onvoorspelbare opvoedingsomgeving door de spanningen tussen de ouders. De ouders voeren aan dat er geen concrete ontwikkelingsbedreiging is en dat de hulpverlening niet toereikend is, maar dat dit niet enkel aan hen te verwijten valt. De raad voor de kinderbescherming en de gecertificeerde instelling hebben echter betoogd dat de situatie van de minderjarige zorgwekkend is en dat de ouders niet in staat zijn om de noodzakelijke hulp te bieden.
Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de ouders nog steeds met relatieproblemen kampen en dat de hulpverlening in het vrijwillige kader niet van de grond is gekomen. Het hof heeft overwogen dat de ernstige bedreiging van de ontwikkeling van de minderjarige reëel is en dat de ouders niet binnen een aanvaardbare termijn in staat zijn om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige te dragen. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waarbij de ondertoezichtstelling is gehandhaafd voor de duur van acht maanden, om de noodzakelijke hulpverlening te waarborgen.
De ouders hebben hun grieven tevergeefs voorgedragen, en het hof heeft geoordeeld dat de situatie van de minderjarige bescherming behoeft. De beslissing van het hof is op 18 juli 2019 uitgesproken in het openbaar.