Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[appellant 1] ,
[appellant 2],
wonende te [woonplaats] ,
Gemeente Voerendaal,
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 5351950 \ CV EXPL 16-8167)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven, met productie;
- de memorie van antwoord, met productie.
3.De beoordeling
- bij nr. [adres 1] een “illegale aftakking gemaakt op de aansluitkabel buiten” (productie 7 bij akte van 22 juni 2016) en
- bij nrs. [adres 3] en [adres 2] “vernieling, beschadiging of het onbruikbaar maken van de meetinrichting” (producties 8 en 9 bij akte van 22 juni 2016) (er was volgens het rapport met de zegels van de meter gefraudeerd en de meter was beschadigd).
- De stelling dat de gemeente haar vervolgstappen niet direct heeft medegedeeld (grieven, 47, 55), brengt niet mee dat de gemeente heeft gehandeld in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur (zorgvuldigheidsbeginsel en vertrouwensbeginsel). [appellanten] heeft onverwijld in de procedure kennis genomen van het standpunt van de gemeente (akte van 22 juni 2016).
- Ook de omstandigheid dat de gemeente een rekeningnummer heeft opgegeven voor de betaling van toekomstige huurtermijnen levert geen schending van deze beginselen op (grieven, 48, 63).
- De stelling dat [appellanten] in verband met het toegangsverbod voor het gemeentehuis enige moeite heeft gehad om contant te betalen (waardoor hij te laat was met de betaling), is, wat hier verder van zij, aan [appellanten] zelf toe te rekenen en levert geen schuldeisersverzuim van de gemeente op (grieven, 49).