Oorzaak faillissement
Uit gesprekken met zowel [bestuurder van de vennootschap 1] als [bestuurder van de vennootschap 2] alsmede uit de administratie van onder meer curanda is het volgende beeld naar voren gekomen.
[bestuurder van de vennootschap 2] is in augustus 2003 in loondienst getreden bij één van de vennootschappen van de [advies groep] Advies Groep. Op 1 januari 2004 werd hij ook statutair directeur van [de holding] , de holding van [bestuurder van de vennootschap 1] . De taak van [bestuurder van de vennootschap 2] was het voeren van de dagelijkse leiding over het assurantie- en administratiekantoor.
Eind 2005 hebben [bestuurder van de vennootschap 1] en [bestuurder van de vennootschap 2] het plan opgevat om compagnons te worden en om tezamen geld te gaan verdienen door middel van het investeren in ondernemingen en het geven van managementadviezen.
[bestuurder van de vennootschap 1] verkocht aan particulieren zogenoemde (Dutch) Blue Account (spaar)polissen van Future Life IB SA, een Luxemburgse vennootschap waarin [bestuurder van de vennootschap 1] (indirect) 25% en [bestuurder van de vennootschap 2] 20% van de aandelen hield, tezamen met de heren [aandeelhouder van de vennootschap 2] en [appellant] die de overige aandelen hielden en die ook het bestuur vormden. Later, vanaf 2008, is [bestuurder van de vennootschap 1] ook (Dutch) Blue Account (spaar)polissen van curanda gaan verkopen.
De particulieren leenden een bepaald bedrag, veelal minstens EUR 50.000,-- (formeel) aan Future Life IB S.A. en late[r] aan curanda, tegen een gegarandeerde rente, variërend van 8 tot 12% per jaar, en met een gegarandeerd eindbedrag (veelal gelijk aan de inleg) dat aan hen werd uitgekeerd op een bepaalde datum (meestal 5 of 10 jaar later). Vanwege het ontbreken van inzicht in alle polissen bestaat bij mij op dit moment allerminst een volledig beeld, maar duidelijk is wel dat de gelden in een aantal gevallen rechtstreeks naar bankrekeningen van Future Life IB S.A. en/of curanda werden overgemaakt, maar in een aantal gevallen ook, op aanwijzing van [bestuurder van de vennootschap 1] , naar bankrekeningen van [bestuurder van de vennootschap 1] in privé dan wel van aan hem gelieerde vennootschappen.
[bestuurder van de vennootschap 1] deelde de particulieren mede dat Future Life IB S.A. de ingelegde gelden bij gerenommeerde Luxemburgse banken, op depositorekeningen en/of in speciale fondsen, zou onderbrengen en dat ter zake nauwelijks risico’s bestonden. Uit de mij bekende, niet gepubliceerde, balans en winst- en verliesrekeningen van het per 10 mei 2011 failliete Future Life IB S.A. volgt (echter) dat nauwelijks gelden bij banken zijn weggezet. Veel van de opgehaalde gelden zijn doorgeleend aan curanda; in 2010 zou per saldo bijna EUR 5,5 miljoen van particulieren zijn ingeleend en zou voorts, per saldo, ruim EUR 4,6 miljoen aan curanda zijn uitgeleend.
Ook uit de administratie van curanda volgt dat zij van Future Life IB S.A. gelden leende en wel tegen 8% rente per jaar. Opvallend is dat de administraties van Future Life IB S.A. en curanda niet op elkaar aansluiten, hoewel deze allebei ook door hetzelfde administratiekantoor [administratiekantoor] en [accountancy en advies] Accountancy en Advies) werden geadministreerd; volgens de administratie van Future Life IB S.A. zou zij per augustus 2010 ruim EUR 4,6 miljoen van curanda te vorderen hebben, terwijl curanda, volgens haar administratie, per augustus 2010 bijna EUR 5,6 miljoen aan Future Life IB S.A. verschuldigd zou zijn.
Curanda gebruikte de ingeleende gelden om te investeren in ondernemingen. Het betrof veelal vennootschappen waarin [bestuurder van de vennootschap 1] en/of [bestuurder van de vennootschap 2] invloed hadden althans waarmee reeds een relatie bestond. Gedeeltelijk waren het ook ondernemingen die werden opgestart met het geld van curanda. In de meeste gevallen werd een rente van 8 of 9 % per jaar gerekend, in enkele gevallen meer (10 of 12%).
Curanda kon uiteindelijk de lasten van de door haar geleende gelden (rente en aflossing) niet meer opbrengen omdat zij zelf geen of te weinig rente en aflossing ontving op haar eigen investeringen en zij verder niet in staat bleek om elders (voldoende) financiering te verkrijgen. Ter indicatie; [bestuurder van de vennootschap 2] heeft de curator meegedeeld dat de rentelasten van curanda voor ingeleend geld ruim EUR 30.000,-- per maand bedroegen, terwijl de rente-inkomsten van door haar uitgeleend slechts EUR 10.000,-- per maand bedroegen.”
6.1.14.Bij vonnis van 21 december 2012 heeft de rechtbank Dordrecht [bestuurder van de vennootschap 2] veroordeeld wegens het feitelijk leidinggeven aan medeplegen van oplichting, gepleegd door een rechtspersoon, meermalen gepleegd en het medeplegen van gewoontewitwassen en het medeplegen van valsheid in geschrifte, meermalen gepleegd. De rechtbank heeft [bestuurder van de vennootschap 2] een gevangenisstraf van drie jaar opgelegd met aftrek van de tijd doorgebracht in voorlopige hechtenis. De vorderingen van de benadeelde partijen, waaronder [geïntimeerde 1] , zijn niet-ontvankelijk verklaard.
In het vonnis zijn de volgende bewijsmiddelen opgenomen:
“
Een proces-verbaal van verhoor van [bestuurder van de vennootschap 1] als verdachte d.d. 12 juli 2011, als bijlage [bijlage 1] , gevoegd bij het proces-verbaal van de Belastingdienst/FIOD-ECD/kantoor [kantoorplaats 2] , dossiernummer [zaaksnummer] , doorgenummerd van 0001 tot en met 3487, inhoudende (zakelijk weergegeven) als verklaring:
(dossierpagina 725)
De Green Account is de voorloper van de Blue account. Wat ik hiermee wilde bereiken is het geld weg te zetten tegen een bepaald percentage en dat heb ik ook steeds aangegeven richting mijn klanten. Dit is een spaardeposito. Richting mijn klanten heb ik dat ook altijd aangegeven.
(dossierpagina 726)
De Dutch Blue Account is ook een spaarproduct en precies hetzelfde als een Green Account. De mensen konden maandelijks hun rente krijgen maar het kon ook dat er rente op rente verkregen kon worden. Ik had overleg met [bestuurder van de vennootschap 2] over de te bieden rentepercentages op de in te leggen gelden. Met de tijd werd die rentepercentages aangepast/verlaagd vanwege de actuele rentestand. De ingelegde bedragen waren niet direct opeisbaar dat was pas mogelijk op het einde van de afgesloten periode. U toont mij een aantal exemplaren van een bevestiging tot afkoop en houdt mij daarbij voor dat het kennelijk wel degelijk mogelijk was de ingelegde som op te vorderen. Ik kan u zeggen dat ik op enig moment met de rug tegen de muur stond en dat ik door de inleggers in feite werd gedwongen om deze aanvraag tot afkoop op te maken.
Een proces-verbaal van verhoor van [bestuurder van de vennootschap 1] als verdachte d.d. 21 juli 2011, als bijlage [bijlage 2] , gevoegd bij het proces-verbaal van de Belastingdienst/FIOD-ECD/kantoor [kantoorplaats 2] , dossiernummer [zaaksnummer] , doorgenummerd van 0001 tot en met 3487, inhoudende (zakelijk weergegeven) als verklaring:
Ik denk zelf dat ik rond de 50 mensen een spaarpolis heb verkocht. Verder zijn er spaarpolissen verkocht door [bestuurder van de vennootschap 2] , [verkoper 1] , mijn zus [verkoper 2] en [verkoper 3] . (…) Ik denk dat er in totaal tussen de 60 en 65 polissen zijn verkocht.
Een proces-verbaal van verhoor van [bestuurder van de vennootschap 2] als verdachte d.d. 12 juli 2011, als bijlage [bijlage 3] , gevoegd bij het proces-verbaal van de Belastingdienst/FIOD-ECD/kantoor [kantoorplaats 2] , dossiernummer [zaaksnummer] , inhoudende (zakelijk weergegeven) als verklaring:
[bestuurder van de vennootschap 1] bepaalde het rente percentage. [bestuurder van de vennootschap 1] verstrekte deze rente percentages via de e-mail of ik kreeg een kopie van de verstrekte polis. Op de polis stonden de polisgegevens, dus ook de rente percentages. (…) Op een gegeven moment kreeg ik van [bestuurder van de vennootschap 1] ook spaarpolissen op naam van Blue Account en of Dutch Blue Account. Ik heb [bestuurder van de vennootschap 1] daar op aangesproken dat dat niet conform de afspraak was. [bestuurder van de vennootschap 1] zou op naam van Future Life de Blue Account in de markt zetten als bedrijfsobligatie. Het doel van het geld zou ook zijn investeren in bedrijven. [bestuurder van de vennootschap 1] heeft mij toegezegd dat hij de zogenaamde spaarpolissen zou veranderen in bedrijfsobligaties. Of [bestuurder van de vennootschap 1] de zogenaamde spaarpolissen veranderd heeft in bedrijfsobligaties weet ik niet. Veel gaat op basis van vertrouwen.
Ik heb in verband met de uit te keren rentes soms de originele brondocumenten gezien. Ik heb zelfs een enkele keer polissen verstuurd als [bestuurder van de vennootschap 1] het mij verzocht. Ik sluit niet uit dat daar ook spaarpolissen tussen zaten. Ik ben er niet dieper op ingegaan omdat [ik] mijn werkzaamheden met deze polissen bijzaak was.
Een proces-verbaal van verhoor van [bestuurder van de vennootschap 2] als verdachte d.d. 13 juli 2011, als bijlage [bijlage 4] , gevoegd bij het proces-verbaal van de Belastingdienst/FIOD-ECD/kantoor [kantoorplaats 2] , dossiernummer [zaaksnummer] , inhoudende (zakelijk weergegeven) als verklaring:
In 2006 werd ik geconfronteerd met het feit dat [bestuurder van de vennootschap 1] Blue Account toch verkocht als spaarpolis. Ik heb hem daarmee geconfronteerd. [bestuurder van de vennootschap 1] gaf mij gelijk en beloofde mij om dit aan te passen en de polissen te wijzigen van spaarpolis in bedrijfsobligaties. (…) Ik weet niet meer of ik die aanpassingen die door [bestuurder van de vennootschap 1] zouden worden gedaan daarna nog heb gecontroleerd.
Een verklaring van [bestuurder van de vennootschap 2] als verdachte afgelegd ter terechtzitting van 5 november 2012, inhoudende (zakelijk weergegeven) als verklaring:
Het klopt dat er geen spaarrekeningen zijn geopend in Luxemburg.
Het klopt dat er door andere projecten (waaronder Amerika) het geld op een gegeven moment op was door de huizencrisis in Amerika. Het geld wat daarin is gegaan was het geld van de inleggers van de polissen.
U houdt mij voor dat ik heb verklaard dat ik in 2006 een Blue Account ‘spaarpolis’ onder ogen heb gehad. Green Account was wel een spaarproduct, maar de Blue Account was niet een spaarproduct. Het was de bedoeling dat er een bedrijfsobligatie zou worden uitgeschreven.
(…)
Je kunt investeren in bedrijven. Er waren samenwerkingsverbanden gestart waarbij er allerlei aandelen waren in bedrijven, er waren overeenkomsten tot geldleningen. De bedragen aan de bedrijven liepen op, er moest langer geïnvesteerd worden om een voldoende opbrengst te genereren. Het klopt dat ik heb verklaard dat het in het begin te weinig opbracht maar dat [bestuurder van de vennootschap 1] vermogend was en privé kon bijspringen.
(…)
De bedrijven betaalden wel maar de achterstanden liepen op en je blijft hopen dat de bedrijven het op een gegeven moment zo goed gaan doen dat ze de achterstanden kunnen inlopen. Je gaat op een gegeven moment kiezen welke rentebedragen er het eerst betaald werden, vooral per mail. (…) We keken vooral naar de oudste vordering, die werd dan betaald.
(…)
U houdt mij voor dat het dossier op pagina 2679 een door mij ondertekende Dutch Blue Account spaarpolis bevat. In het begin van Blue Account heb ik ook zo nu en dan administratieve handelingen verricht en foutjes gemaakt.
(…)
Het is incidenteel voorgekomen dat ik ook de polisadministratie deed.
U vraagt mij wat ik bedoel met ‘foutjes’? Ik bedoel dat er een verkeerde omschrijving op de polis stond, namelijk spaarrekening terwijl het een obligatie was.
Een proces-verbaal van aangifte van 13 juli 2010 van [geïntimeerde 1] , als bijlage [bijlage 5] , gevoegd bij het proces-verbaal van de Belastingdienst/FIOD-ECD/kantoor [kantoorplaats 2] , dossiernummer [zaaksnummer] , inhoudende (zakelijk weergegeven) als verklaring:
(…)
Medio 2007 kreeg [bestuurder van de vennootschap 1] een compagnon. Dit was [bestuurder van de vennootschap 2] die eenmaal bij mij thuis is geweest. [bestuurder van de vennootschap 1] was toen thuis en wij hebben toen een erfenis belegd bij Future Life. Die staat op naam van mijne echtgenote. Verder ben ik nog een keer met [bestuurder van de vennootschap 2] en [bestuurder van de vennootschap 1] met de auto naar Luxemburg geweest. Wij hebben daar het kantoor bezocht van Future Life waar een administratie zat met drie mensen.
Een proces-verbaal van verhoor getuige van 14 februari 2011 van [geïntimeerde 1] , als bijlage [bijlage 6] , gevoegd bij het proces-verbaal van de Belastingdienst/FIOD-ECD/kantoor [kantoorplaats 2] , dossiernummer [zaaksnummer] , inhoudende (zakelijk weergegeven) als verklaring:
Naast [bestuurder van de vennootschap 1] kwam [bestuurder van de vennootschap 2] ook wel eens langs. Hij kwam onder andere langs omdat [bestuurder van de vennootschap 1] lang ziek was. Er waren wel eens problemen met de betalingen. Hij kwam hierover praten.
[bestuurder van de vennootschap 2] is onder andere langs gekomen om kennis te maken. Tevens werd door hem gesproken over de bestaande producten die wij van [bestuurder van de vennootschap 1] hebben afgenomen. [bestuurder van de vennootschap 2] vond dat wij een mooi product hadden gekocht van [bestuurder van de vennootschap 1] en dat wij het goed voor elkaar hadden.
Een proces-verbaal van verhoor getuige van 14 februari 2011 van [appellant] , als bijlage [bijlage 6] , gevoegd bij het proces-verbaal van de Belastingdienst/FIOD-ECD/kantoor [kantoorplaats 2] , dossiernummer [zaaksnummer] , inhoudende (zakelijk weergegeven) als verklaring:
Ik vind ook dat het misbruik is omdat [bestuurder van de vennootschap 1] een onmogelijk product aanbood. Dat product was in mijn ogen onmogelijk omdat er een garantie met betrekking tot de inleg werd geboden en omdat er een gegarandeerde vaste rente werd geboden die in de periode 2004-2008 volstrekt niet haalbaar was gelet op de marktomstandigheden. In die tijd was op de internationale monetaire markt bij uitzondering drie procent haalbaar als het gaat om producten met de garanties zoals die werden aangeboden. (…)
Ik heb voor het eerst van de Blue en Green Account gehoord door de brief van de AFM. (…) Naar aanleiding van die brief heb ik een gesprek gehad met [bestuurder van de vennootschap 1] en [bestuurder van de vennootschap 2] (…). Van dat gesprek kan ik mij wel het één en ander herinneren. Ik kan mij herinneren wat [bestuurder van de vennootschap 1] heeft gezegd omdat ik hem vragen heb gesteld. Ik heb hem gevraagd om uitleg over de Blue en Green Account. Hij vertelde mij dat het ging om bedrijfsobligaties. Zoals [bestuurder van de vennootschap 1] het mij uitlegde was hij bezig met fundraising in Nederland en heeft hij daarom die, zoals hij dat noemde obligatieleningen aangeboden.”
6.1.16.Bij arrest van 10 juni 2015 heeft het gerechtshof Den Haag, met vernietiging van het vonnis van de rechtbank, [bestuurder van de vennootschap 2] vrijgesproken van het (feitelijk leiding geven aan) het medeplegen van oplichting en (gewoonte)witwassen. [bestuurder van de vennootschap 2] is veroordeeld wegens valsheid in geschrifte, namelijk het valselijk opmaken van een werkgeversverklaring en loonstrook, tot een werkstraf van 70 uur. De vordering van benadeelde partij [geïntimeerde 1] is niet-ontvankelijk verklaard. Het hof heeft onder meer het volgende overwogen:
“
1 primair
De verdachte heeft ontkend dat hij ooit opdracht heeft gegeven tot oplichting, dan wel daaraan feitelijke leiding heeft gegeven. Hij heeft aangevoerd – kort weergegeven - dat hij er niet van op de hoogte was dat personen onder valse voorwendselen ertoe zijn gebracht om geldbedragen af te staan aan Future Life Insurance Broker SA (hierna: Future Life), van welke rechtspersoon hij bestuurder was.
Het hof kan op grond van de stukken en het verhandelde ter terechtzitting niet vaststellen dat de verdachte er op enig moment opdracht toe heeft gegeven dat Future Life anderen zou oplichten op de wijze zoals tenlastegelegd.
Ter zake de vraag of de verdachte aan dergelijke gedragingen feitelijke leiding heeft gegeven, overweegt het hof het volgende. Van feitelijke leiding geven aan een verboden gedraging is sprake indien de verdachte maatregelen ter voorkoming van die gedraging achterwege laat, hoewel hij daartoe bevoegd en redelijkerwijs gehouden is, en hij bewust de aanmerkelijke kans aanvaardt dat de verboden gedraging zich zal voordoen, zodat hij die gedraging opzettelijk bevordert.
Het hof stelt vast dat er binnen Future Life sprake was van een duidelijke taakverdeling tussen de bestuurders en tevens feitelijke leidinggevers. Op grond van deze taakverdeling verzorgde de verdachte de administratie van het bedrijf en hield de medebestuurder zich bezig met de verkoopactiviteiten. Niet de verdachte maar de medebestuurder benaderde – of zorgde voor de benadering van - de (potentiële) inleggers en interesseerde hen in het risicoloos storten van geldbedragen op deposito- en/of spaarrekeningen, terwijl de geldbedragen in werkelijkheid werden geïnvesteerd in bedrijven.
Naar het oordeel van het hof wijst niets er op dat de verdachte bemoeienis had met het benaderen van de (potentiële) inleggers voor de productenverkoop.
Naar het oordeel van het hof is op grond van het procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting ook niet gebleken dat de verdachte wist dat de producten door de medebestuurder onder een valse voorstelling van zaken werden aangeboden en verkocht. Evenmin is gebleken dat hem signalen hebben bereikt dat aan (potentiële) inleggers werd voorgehouden dat de gelden in Dutch Blue Account zouden worden gestort op deposito- of spaarrekeningen. Gelet op het voorgaande kan niet geoordeeld worden dat de verdachte redelijkerwijs gehouden was om tegen de verboden gedragingen op te treden en is niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte feitelijke leiding heeft gegeven aan de verboden gedragingen. Gelet op een en ander dient de verdachte van het onder 1 primair ten laste gelegde te worden vrijgesproken.
1 subsidiair
Het vorenstaande brengt met zich dat evenmin kan worden bewezen dat er sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachte(n), zodat de verdachte ook van het onder 1 subsidiair ten laste gelegde medeplegen van oplichting dient te worden vrijgesproken.
2
Ter zake van het onder 2 ten laste gelegde is het hof van oordeel dat niet wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte wist dat de verkregen geldbedragen uit misdrijf afkomstig waren, zodat hij daarvan eveneens behoort te worden vrijgesproken.”
6.2.1.In de onderhavige procedure hebben [geïntimeerden c.s.] gevorderd dat de rechtbank:
voor recht verklaart dat [appellant] en [bestuurder van de vennootschap 2] gezamenlijk, subsidiair [appellant] en [bestuurder van de vennootschap 2] , onrechtmatig jegens [geïntimeerden c.s.] hebben gehandeld en hoofdelijk, subsidiair [appellant] en [bestuurder van de vennootschap 2] , aansprakelijk zijn voor de door [geïntimeerden c.s.] dientengevolge geleden schade;
[appellant] en [bestuurder van de vennootschap 2] hoofdelijk, subsidiair ieder afzonderlijk voor zijn deel, veroordeelt tot betaling van de schade bestaande uit de hoofdsom van in totaal
€ 717.000,00;
[appellant] en [bestuurder van de vennootschap 2] hoofdelijk, subsidiair ieder afzonderlijk voor zijn deel, veroordeelt tot betaling van de schade, bestaande uit de verschuldigde contractuele rentes op 1 april 2016 van de drie polissen Blue Account (1A, 1B en 1C) van
€ 427.911,57 te vermeerderen – na 1 april 2016 – met de contractuele rente tot eindtermijn van de polis [polisnummer 1] (polis 1B) en over het verschuldigde te voldoen de wettelijke (handels)rente, subsidiair de rente, tot aan de datum van voldoening;
[appellant] en [bestuurder van de vennootschap 2] hoofdelijk, subsidiair [appellant] en [bestuurder van de vennootschap 2] ieder afzonderlijk voor zijn deel, veroordeelt tot betaling van de schade bestaande uit de buitengerechtelijke kosten van € 8.197,00, met veroordeling van [appellant] en [bestuurder van de vennootschap 2] hoofdelijk, subsidiair [appellant] en [bestuurder van de vennootschap 2] ieder afzonderlijk voor zijn deel, in de proceskosten.