3.1In overweging 2. van het eindvonnis van 2 november 2016 heeft de rechtbank vastgesteld van welke feiten in dit geschil wordt uitgegaan. De door de rechtbank vastgestelde feiten vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt. Voorts staan nog enkele andere feiten tussen partijen vast. Het hof zal hierna een overzicht geven van deze relevante feiten. In de stukken wordt het onderwerp van deze procedure afwisselend met de termen ‘buurpad’ en ‘buurweg’ aangeduid. Met beide termen is steeds hetzelfde bedoeld. Het hof zal verder de term ‘buurweg’ hanteren.
[appellante] is sinds 24 september 2010 eigenaresse van het perceel met woonhuis aan de [adres] 7 te [plaats] . [geïntimeerde] is sinds 29 september 1986 eigenaar van het naastgelegen perceel waarop kort daarna het woonhuis met het adres [adres] 9 te [plaats] is gerealiseerd.
In de leveringsakten van 29 september 1986 voor de bouwpercelen voor de woonhuizen aan de [adres] met de huisnummers 5, 7, 9, 11, 13 en 15 is onder meer opgenomen:
“De strook grond gelegen aan de achterzijde van het bij deze akte verkochte onroerend goed maakt deel uit van een pad, hetwelk aan verscheidene buren tot uitweg dient, en is/wordt door partijen bestemd tot buurpad in de zin van artikel 719 van het Burgerlijk Wetboek. Dit pad zal worden verhard door en voor rekening van de eigenaren van de door dat pad ontsloten kavels. Het onderhoud van het pad komt eveneens voor hun rekening. Voormeld pad is ter oriëntering van partijen op voormelde situatietekening schetsmatig blauwomlijnd aangegeven.”
In 1987 hebben de (toenmalige) eigenaren van [adres] 9, 11, 13, en 15 aan de achterzijde van hun percelen een strook grond bijgekocht. In de leveringsakte van 13 juli 1987 is over de buurweg opgenomen:
“In verband met deze aankoop verklaarde de comparant sub 3[de lasthebber van kopers]
met betrekking tot de situering van gemeld pad dat bedoeld pad wordt verlegd naar de achterzijde van het thans (...) aangekochte onroerend goed, en derhalve het nieuwe pad te bestemmen tot buurpad in de zin van (…) artikel 719 van het Burgerlijk Wetboek ten behoeve van de door dat pad ontsloten percelen, en het oude pad te laten vervallen. De overige bepalingen met betrekking tot het buurpad zoals vermeld in de (…) akten van negen en twintig september negentienhonderd zes en tachtig blijven volledig van kracht. De situering van het nieuwe buurpad is ter oriëntering van partijen schetsmatig blauwomlijnd aangegeven op voormelde situatietekening”.
In 1987 is door de eigenaren van [adres] 9, 11, 13 en 15 een met tegels verharde buurweg aangelegd.
In 1988 hebben de (toenmalige) eigenaren van [adres] 1, 5, 7, 9, 11, 13 en 15 aan de achterzijde van hun percelen een strook grond bijgekocht. De ligging daarvan is in de situatietekening bij de akte van levering van 28 december 1988 aangegeven.
In de leveringsakte van 24 september 2010 waarbij [appellante] de eigendom van [adres] 7 heeft verworven, is met betrekking tot bekende erfdienstbaarheden, kwalitatieve bedingen, kettingbedingen en/of bijzondere verplichtingen verwezen naar de leveringsakte van 29 september 1986. Daarbij is de bepaling over de bestemming van een strook grond tot buurweg integraal overgenomen.
[appellante] heeft de verkopers van [adres] 7 in rechte betrokken, omdat (kort gezegd) de verkopers hun verplichting om het perceel inclusief buurweg te leveren niet zijn nagekomen. Bij eindvonnis van 19 februari 2015 heeft de kantonrechter de vorderingen van [appellante] tot verkrijging van een verklaring voor recht dat de buurweg was vervallen en schadevergoeding wegens het gemis van het gebruik daarvan afgewezen. De kantonrechter heeft na bewijsvoering geoordeeld, dat niet kan worden aangenomen dat de rechtsvoorganger van verkopers afstand heeft gedaan van zijn recht op de buurweg of dat het gebruik met stilzwijgende toestemming van alle betrokkenen is geëindigd.
De verharde buurweg loopt vanaf de openbare weg - naast [adres] 15 - in een rechte lijn naar het perceel van [geïntimeerde] en eindigt ongeveer halverwege diens achtertuin. [geïntimeerde] heeft dit tegelpad verlengd met afwijkende bestrating die in een bocht zijn tuin inloopt. Vanaf [adres] 7 is het tegelpad op [adres] 9 vanwege begroeiing en een heuveltje met planten en stenen niet toegankelijk (geweest). Op de grens tussen [adres] 11 en 13 staat op de buurweg een afsluitbaar hek.
In aanwezigheid van partijen heeft het Kadaster op 21 april 2017 een grensreconstructie uitgevoerd waarbij de kadastrale grens is vastgesteld tussen [adres] 7 en 9 aan de achterzijde, en de grens tussen de achterzijde van [adres] 7, 9, 11 en 13 en de daarachter gelegen gemeentegrond.
Volgens [geïntimeerde] is zijn perceel inmiddels aan een derde verkocht en geleverd.