ECLI:NL:GHSHE:2019:2431
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van ondertoezichtstelling van een minderjarige wegens gebrek aan wettelijke grondslag en toereikende vrijwillige hulpverlening
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 11 juli 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. De moeder van [minderjarige] was in hoger beroep gegaan tegen de beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 22 januari 2019, waarin de ondertoezichtstelling was opgelegd. De moeder voerde aan dat de hulpverlening in het vrijwillige kader toereikend was en dat er geen wettelijke grondslag was voor de ondertoezichtstelling. Het hof heeft vastgesteld dat de moeder sinds de verhuizing in de zomer van 2018 grote stappen heeft gezet in de hulpverlening en dat [minderjarige] zich positief heeft ontwikkeld. De raad voor de Kinderbescherming had geen recent onderzoek verricht en de informatie die beschikbaar was, was verouderd. Het hof concludeerde dat er geen wettelijke basis was voor de ondertoezichtstelling, aangezien de moeder de benodigde hulpverlening zelf had ingeschakeld en deze effectief was. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd en het verzoek van de raad tot ondertoezichtstelling afgewezen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.