Uitspraak
advocaat: mr. R.A. Wijnands te Schinnen,
niet verschenen,
5.Het tussenarrest van 27 november 2018
6.Het verdere verloop van de procedure
7.De verdere beoordeling
- a) [appellante] en haar partner, [de partner van appellante] (hierna: [de partner van appellante] ), zijn voormalige buren van [geïntimeerde] .
- b) Dit hof (strafkamer) heeft bij arrest van 16 februari 2016 bewezen geacht dat (1) [geïntimeerde] [appellante] op 8 augustus 2014 opzettelijk heeft mishandeld en (2) haar op 31 juli 2014 heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht. Het hof heeft aan de door hem opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf de bijzondere voorwaarde verbonden dat [geïntimeerde] tijdens de proeftijd op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [appellante] .
- c) [appellante] woont thans aan de [adres] te [woonplaats] en doet boodschappen bij de (nabijgelegen) [supermarkt] , gelegen aan de [vestigingsadres] te [vestigingsplaats] .