ECLI:NL:GHSHE:2019:2368

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
27 juni 2019
Publicatiedatum
5 juli 2019
Zaaknummer
20-000000-19
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering gevangenhouding van het openbaar ministerie en niet-ontvankelijkheid in de vordering

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 27 juni 2019 uitspraak gedaan over de vordering tot gevangenhouding van het openbaar ministerie. De verdachte, die zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland is, was eerder door de politierechter veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden wegens diefstal met geweld. Na deze veroordeling was het bevel tot bewaring van de verdachte geschorst, maar het openbaar ministerie heeft vervolgens een vordering tot gevangenhouding ingediend. Het hof heeft de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman, gehoord in raadkamer.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte vanaf de dag na het vonnis van de politierechter gedetineerd was zonder recht of titel, omdat er geen bevel tot gevangenhouding was afgegeven. De wet biedt geen expliciete mogelijkheid voor herstel van dit verzuim, en het hof oordeelt dat de wettelijke bepalingen met betrekking tot vrijheidsbeneming strikt nageleefd moeten worden. Daarom heeft het hof het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot gevangenhouding, omdat deze niet tijdig was ingediend. Het hof heeft vervolgens de onmiddellijke invrijheidstelling van de verdachte gelast.

Deze uitspraak benadrukt het belang van de juiste procedurele stappen in het strafrecht, vooral met betrekking tot de vrijheidsbeneming van verdachten. Het hof heeft de beslissing genomen in het belang van de rechtsbescherming van de verdachte, die onterecht gedetineerd was zonder een geldig bevel tot gevangenhouding.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling strafrecht
Parketnummer Hof: [Ressortsparketnummer]
Parketnummer 1e aanleg: [Parketnummer]
Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft gezien de vordering van de advocaat-generaal van
[Datum 1] strekkende tot gevangenhouding van

[Voornaam & achternaam]

geboren op [Geboortedatum] te [Geboorteplaats & -land]
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
thans gedetineerd in de [Detentieplaats] .
Het hof heeft gehoord in raadkamer van dit hof de advocaat-generaal en verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. E.W.B. van Twist.
Het hof heeft kennis genomen van het dossier.
Uit het dossier blijkt dat tegen verdachte op [Datum 2] een bevel bewaring is uitgevaardigd, welk bevel op dezelfde datum is geschorst. Verdachte is in deze zaak door de politierechter op [Datum 3] veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee maanden met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, wegens kort gezegd diefstal met geweld.
Bij dit vonnis is tevens de schorsing van de voorlopige hechtenis opgeheven.
Krachtens artikel 66, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering blijft een bevel gevangenneming of een bevel gevangenhouding dat gegeven is op de terechtzitting, dan wel indien binnen de krachtens het eerste lid bepaalde termijn het onderzoek ter terechtzitting is aangevangen, van kracht totdat zestig dagen na de dag van de einduitspraak zijn verstreken.
De wet kent een dergelijke bepaling niet voor het bevel bewaring. Derhalve is het hof van oordeel dat verdachte vanaf de dag na het vonnis op [Datum 3] gedetineerd is zonder recht of titel nu de politierechter heeft verzuimd een bevel gevangenhouding af te geven.
De wet kent voor een geval als dit geen expliciete mogelijkheid voor herstel van dit verzuim. Analoge toepassing van de herstelmogelijkheid als voorzien in artikel 66a van het Wetboek van Strafvordering is naar het oordeel van het hof niet aan de orde aangezien in gevallen van vrijheidsbeneming de daartoe strekkende wettelijke bepalingen stipt dienen te worden nageleefd. Het hof zal derhalve het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaren in de vordering gevangenhouding nu deze vordering niet tijdig is ingediend en de onmiddellijke invrijheidstelling van verdachte gelasten.

BESCHIKKENDE

Verklaart het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in de vordering gevangenhouding;
Beveelt de onmiddellijke invrijheidstelling van verdachte.
Aldus gedaan op 27 juni 2019
door mr. R.A.T.M. Dekkers, voorzitter, mr. M.E.F.H. van Erve en mr. G.P.M.F. Mols, raadsheren, in tegenwoordigheid van mr. R. van Maaren, griffier.
Fiat betekening en tenuitvoerlegging:
's-Hertogenbosch,
De advocaat-generaal,
Gezien d.d.
De directeur van de [Detentieplaats]