Uitspraak
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
,geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 2] 1998,
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 27 juni 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van de kinderalimentatie. De vrouw, die optreedt als verzoekster in hoger beroep, heeft de beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 14 februari 2018 aangevochten, waarin de kinderalimentatie voor de kinderen [jongmeerderjarige 1] en [jongmeerderjarige 2] was vastgesteld. De man, verweerder in hoger beroep, heeft op zijn beurt verweer gevoerd tegen de verzoeken van de vrouw. De zaak betreft de financiële verplichtingen van de man ten aanzien van de kinderen na de echtscheiding, waarbij de rechtbank eerder had bepaald dat de man een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding diende te betalen. Het hof heeft vastgesteld dat er sprake is van een wijziging van omstandigheden die een herbeoordeling van de alimentatie noodzakelijk maakt. De vrouw heeft haar verzoek in hoger beroep gewijzigd en verzocht om een hogere bijdrage voor de kinderen. Het hof heeft de draagkracht van beide partijen beoordeeld en geconcludeerd dat de man in staat is om de gevraagde alimentatie te betalen. De beslissing van het hof houdt in dat de man de alimentatie voor de kinderen moet verhogen, met specifieke bedragen voor verschillende periodes. De beschikking van de rechtbank is vernietigd en de alimentatie is opnieuw vastgesteld, waarbij de man verplicht is om de verhoogde bedragen te voldoen. De uitspraak is openbaar gedaan in aanwezigheid van de griffier.