ECLI:NL:GHSHE:2019:229
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor groepsbelediging in hoger beroep
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 3 januari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte was eerder vrijgesproken van groepsbelediging en belediging, maar de officier van justitie heeft hoger beroep ingesteld. De advocaat-generaal vorderde dat het hof het vonnis zou vernietigen en de verdachte zou veroordelen tot een taakstraf van 16 uren, subsidiair 8 dagen hechtenis, met een voorwaardelijke straf en een proeftijd van 2 jaren. De verdediging pleitte voor vrijspraak en niet-ontvankelijkheid van de benadeelde partijen.
De tenlastelegging betrof beledigende uitlatingen van de verdachte over een groep mensen, specifiek Marokkanen en buitenlanders, gedaan op 17 september 2016 in Terneuzen. De verdachte zou zich in het openbaar beledigend hebben uitgelaten en heeft ook spugend gedrag vertoond richting de benadeelden. Het hof heeft de verklaringen van de aangeefsters beoordeeld en geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de tenlastegelegde feiten. De verklaringen kwamen op essentiële punten niet overeen, waardoor het hof niet tot een bewezenverklaring kon komen.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis waarvan beroep bevestigd, wat betekent dat de verdachte niet schuldig werd bevonden aan de hem ten laste gelegde feiten. De uitspraak benadrukt het belang van consistente en overtuigende verklaringen in strafzaken, vooral bij delicten die betrekking hebben op belediging en groepsbelediging.