ECLI:NL:GHSHE:2019:2267

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
25 juni 2019
Publicatiedatum
25 juni 2019
Zaaknummer
200.217.596_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenonderzoek in hoger beroep met betrekking tot stakingsbalans

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch aanhangig is gemaakt, betreft het een hoger beroep tegen eerdere vonnissen van de rechtbank Limburg. De zaak draait om de benoeming van een deskundige die de stakingsbalans van een accountantskantoor moet opmaken. Het hof heeft eerder in een tussenarrest van 19 maart 2019 overwogen dat een deskundige benoemd zou worden en heeft partijen de gelegenheid gegeven om zich uit te laten over de voorgestelde deskundigen. De appellant heeft twee deskundigen voorgesteld, maar er was geen overeenstemming met de geïntimeerden over de benoeming van een deskundige. De geïntimeerden hebben een andere deskundige voorgesteld, maar de appellant heeft bezwaar gemaakt tegen deze keuze. Het hof heeft uiteindelijk besloten zelf een deskundige te zoeken en heeft drs. C.M.I.A. Janssen RA benoemd als deskundige. De kosten van het deskundigenonderzoek zijn voorlopig begroot op € 10.648,00, waarbij de kosten verdeeld worden over de partijen. Het hof heeft verder bepaald dat de deskundige zijn onderzoek pas kan starten nadat hij bericht heeft ontvangen van de griffier. De zaak is verwezen naar de rol voor memorie na deskundigenbericht aan de zijde van de appellant, en verdere beslissingen zijn aangehouden.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht
zaaknummer 200.217.596/01
arrest van 25 juni 2019
in de zaak van
[appellant],
wonende te [woonplaats]
appellant,
hierna aan te duiden als [appellant] ,
advocaat: mr. A.L. Stegeman te Heerlen,
tegen

1.[geïntimeerde 1] ,wonende te [woonplaats] ,geïntimeerde 1,hierna aan te duiden als [geïntimeerde 1] ,advocaat: mr. A.C. van Schaick te Tilburg,

en

2.[geïntimeerde 2] ,wonende te [woonplaats] ,geïntimeerde 2,hierna aan te duiden als [geïntimeerde 2] ,advocaat: mr. A.H. M. Smits te Rosmalen, gemeente ’s-Hertogenbosch,

als vervolg op de door het hof gewezen tussenarresten van 21 november 2017 en 19 maart 2019 in het hoger beroep van de door de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, onder zaaknummer C/04/79915/HA ZA 07-401 gewezen vonnissen van 19 december 2012, 23 oktober 2013, 31 augustus 2016 en 1 maart 2007.

8.Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenarrest van 19 maart 2019;
  • de akte van [appellant] van 16 april 2019;
  • de memorie na tussenarrest van [geïntimeerde 1] van 16 april 2019;
  • de memorie na tussenarrest van [geïntimeerde 2] van 16 april 2019.
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald.

9.De verdere beoordeling

9.1.
Bij tussenarrest van 19 maart 2019 heeft het hof overwogen voornemens te zijn een deskundige te benoemen en aan deze de opdracht te geven de stakingsbalans van [accountants] (verder) op te maken, met inachtneming van de beslissingen van het hof in het arrest van 19 maart 2019 (rechtsoverweging 6.39). Partijen zijn door het hof in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de persoon van de te benoemen deskundige. Partijen hebben van deze gelegenheid gebruik gemaakt.
9.2.
Door [appellant] worden twee deskundigen voorgesteld waaruit het hof een keuze zou kunnen maken, te weten [voorgestelde deskundige 1] RA en [voorgestelde deskundige 2] AA. Overleg tussen partijen over een gezamenlijke en eensluidende voordracht is niet gelukt. [appellant] heeft bezwaar tegen de door [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] voorgestelde deskundige [voorgestelde deskundige 3] RA (hierna: [voorgestelde deskundige 3] ), omdat [voorgestelde deskundige 3] gelet op zijn LinkedIn profiel niet de gewenste deskundigheid zou hebben.
9.3.
[geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] hebben voorgesteld [voorgestelde deskundige 3] tot deskundige te benoemen. Deze deskundige is naar de mening van [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] geschikt om de implicaties van het tussenarrest van 19 maart 2019 in de stakingsbalans te verwerken. Volgens [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] heeft [appellant] (het eerdere betrokken kantoor) [kantoor] voorgesteld maar daar hebben [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] bezwaar tegen omdat de deskundigen van dit kantoor in de beleving van [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] niet een voldoende neutrale houding innamen.
9.4.
Nu partijen zich niet gelijkluidend hebben uitgelaten over de persoon van de te benoemen deskundige en over en weer bezwaren hebben geuit tegen de door de wederpartij genoemde deskundige(n), heeft het hof niet de door hen voorgestelde deskundigen benaderd, maar zelf een deskundige gezocht.
9.5.
Het hof heeft drs. C.M.I.A. Janssen RA, partner bij [accountants en belastingadviseurs] Accountants en Belastingadviseurs bereid gevonden om in deze zaak te rapporteren, onder de voorwaarde dat partijen de algemene voorwaarden die de deskundige hanteert accepteren. De deskundige heeft zijn kosten voorlopig begroot op € 10.648,00 incl. btw. Zoals reeds geoordeeld (rechtsoverweging 6.44) komen deze kosten voorshands voor de helft ten laste van [appellant] en voor een kwart ten laste van [geïntimeerde 1] en voor een kwart ten laste van [geïntimeerde 2] .
9.6.
Het hof zal overgaan tot het gelasten van een deskundigenonderzoek. De zaak zal na ontvangst door het hof van het deskundigenbericht naar de rol worden verwezen voor memorie na deskundigenbericht aan de zijde van [appellant] . [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] zullen vervolgens in de gelegenheid worden gesteld om een antwoordmemorie na deskundigenbericht te nemen.
9.7.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

10.De uitspraak

Het hof:
10.1.
bepaalt dat een deskundigenonderzoek wordt verricht en dat de deskundige met inachtneming van rechtsoverweging 6.42 van het arrest van 19 maart 2019 de stakingsbalans van [accountants] (verder) dient op te maken;
10.2.
benoemt tot deskundige:
[accountants en belastingadviseurs] Accountants en Belastingadviseurs
De heer drs. C.M.I.A. Janssen RA
Postbus [postbus]
[postcode] [kantoorplaats]
Telefoon: [telefoonnummer]
Fax: [faxnummer]
Email: [e-mailadres]
10.3.
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van dit arrest aan de deskundige toezendt;
bepaalt dat partijen binnen één week na de datum van dit arrest (een afschrift van) de verdere processtukken aan de deskundige ter beschikking zullen stellen en alle door deze gewenste inlichtingen zullen verstrekken;
10.4.
bepaalt dat de deskundige eerst met het onderzoek begint nadat daartoe van de griffier bericht is ontvangen;
bepaalt dat de deskundige bij het onderzoek – en ten aanzien van de conceptrapportage – partijen in de gelegenheid stelt opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat uit het schriftelijk bericht van de deskundige moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan, terwijl in het bericht tevens melding wordt gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen en verzoeken;
verzoekt de deskundige een schriftelijk en met redenen omkleed bericht, met een duidelijke conclusie, in te leveren ter griffie van dit hof en tegelijkertijd een afschrift van het bericht aan de advocaten van partijen toe te zenden;
bepaalt de termijn waarbinnen het schriftelijk, ondertekend bericht ter griffie van dit hof (postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch) moet worden ingeleverd op drie maanden nadat door de griffier is bericht dat met het onderzoek kan worden begonnen;
10.5.
bepaalt het voorschot op de kosten van de deskundige op het door de deskundige begrote bedrag van in totaal € 10.648,00 (incl. btw), tenzij (één van) partijen binnen veertien dagen na deze uitspraak bij brief aan de griffier van dit hof met afschrift aan de wederpartij (die binnen twee dagen hierop kan reageren bij brief aan de griffier van dit hof met afschrift aan de wederpartij) tegen de hoogte van het voorschot of tegen de algemene voorwaarden van de deskundige bezwaar heeft/hebben gemaakt, in welk geval het hof op het bezwaar/de bezwaren zal beslissen;
bepaalt dat [appellant] € 5.324,00 (de helft van het voorschot) zal overmaken na ontvangst van de nota met betaalinstructies die door het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak zal worden verzonden;
bepaalt dat [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] ieder € 2.662,00 (ieder een kwart van het voorschot) zullen overmaken na ontvangst van de nota met betaalinstructies die door het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak zal worden verzonden;
verzoekt de deskundige, indien zijn kosten het voorschot te boven mochten gaan, het hof daarover tijdig in te lichten;
10.6.
benoemt mr. E.H. Schulten tot raadsheer-commissaris, tot wie de deskundige zich, door tussenkomst van de griffier dient te wenden met (procedurele) vragen en verzoeken indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft;
10.7.
verwijst de zaak naar de rol van 29 oktober 2019 in afwachting van het deskundigenbericht;
verstaat dat de zaak na ontvangst van het deskundigenbericht naar de rol wordt verwezen voor memorie na deskundigenbericht aan de zijde van [appellant] ;
10.8.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. H.A.G. Fikkers, E.H. Schulten en T.H.M. van Wechem en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 25 juni 2019.
griffier rolraadsheer