In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 20 juni 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake een verzoek tot ontslag van de bewindvoerder, Doorwerk B.V. De rechthebbende, vertegenwoordigd door advocaat mr. R. Engwegen, verzocht de eerdere beschikking van de rechtbank Limburg te vernietigen en de voorgestelde bewindvoerder, h.o.d.n. Bewindvoering Inspirare, aan te stellen als opvolgend bewindvoerder. De rechthebbende stelde dat er sprake was van een vertrouwensbreuk tussen hem en de bewindvoerder, wat de samenwerking bemoeilijkte. Hij voerde aan dat de bewindvoerder hem geen extra gelden meer verstrekte, omdat hij vermoedde dat de rechthebbende deze zou gebruiken om te gokken. De bewindvoerder ontkende de vertrouwensbreuk en stelde dat hij de rechthebbende goed ondersteunde, maar dat het verstrekken van extra gelden niet mogelijk was binnen het budgetplan.
Tijdens de mondelinge behandeling op 14 mei 2019 zijn beide partijen gehoord. De rechthebbende gaf aan dat de communicatie met de bewindvoerder te wensen overliet en dat hij niet goed werd geholpen in zijn schuldsanering. De bewindvoerder daarentegen stelde dat hij regelmatig contact had met de rechthebbende en dat hij zijn verantwoordelijkheden serieus nam. Het hof heeft de argumenten van beide partijen zorgvuldig afgewogen.
Het hof oordeelde dat er geen gewichtige redenen waren voor ontslag van de bewindvoerder. De rechthebbende had onvoldoende bewijs geleverd voor zijn claims van een vertrouwensbreuk. De bewindvoerder had zijn rol naar behoren vervuld en had voldoende gemotiveerd waarom hij geen extra gelden kon verstrekken. Het hof bekrachtigde de beschikking van de rechtbank Limburg en compenseerde de proceskosten in hoger beroep, waarbij iedere partij zijn eigen kosten droeg.