ECLI:NL:GHSHE:2019:2160

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
6 juni 2019
Publicatiedatum
17 juni 2019
Zaaknummer
20-000000-00
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot opheffing of schorsing van voorlopige hechtenis na veroordeling voor poging tot doodslag

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 6 juni 2019 uitspraak gedaan in een verzoekschrift tot opheffing of schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte, die eerder was veroordeeld voor poging tot doodslag. De rechtbank had de voorlopige hechtenis op enig moment opgeheven wegens onvoldoende ernstige bezwaren, maar later werd de verdachte alsnog veroordeeld tot een aanzienlijke gevangenisstraf. Na deze veroordeling heeft de rechtbank ambtshalve de gevangenneming bevolen. Het hof heeft het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis afgewezen, verwijzend naar de overwegingen in de eerdere beschikking met betrekking tot het appel tegen het bevel tot gevangenneming. Het hof heeft ook het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis gemotiveerd afgewezen. Het hof overwoog dat de vrijheidsbeneming van de verdachte berust op een veroordelend vonnis, en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn aangevoerd die rechtvaardigen dat het belang van de samenleving bij de voortzetting van de voorlopige hechtenis zou moeten wijken voor het persoonlijk belang van de verdachte. De enkele omstandigheid dat de verdachte een goedlopend bedrijf in de handel in auto’s heeft, werd niet als voldoende zwaarwegend beschouwd. Het hof heeft derhalve beide verzoeken afgewezen.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling strafrecht
Parketnummer Hof: [Nummer]
Parketnummer 1e aanleg: [Nummer]
Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft gezien het verzoekschrift [datum 2019] ingediend namens:
naam
[Achternaam verdachte]
voornamen
[Voornamen verdachte]
geboren
[geboortedatum] te [geboorteplaats]
wonende te
[woonplaats]
adres
[woonplaats]
thans verblijvende
in [detentieplaats]
strekkende tot opheffing subsidiair schorsing van de voorlopige hechtenis;
Het hof heeft gehoord in raadkamer van dit hof de advocaat-generaal en verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. M.P.J.C. Heuvelmans.
Namens verdachte is verzocht de voorlopige hechtenis op te heffen.
Om de redenen als genoemd in de beschikking van dit hof van 6 juni 2019 naar aanleiding van het appel tegen het bevel gevangenneming (ECLI:NL:GHSHE:2019:2159) zal het hof daar niet toe overgaan. Het hof wijst af het verzoek.
Namens verdachte is verzocht de voorlopige hechtenis te schorsen.
Het hof overweegt als volgt.
De vrijheidsbeneming van verdachte is door het veroordelend vonnis van [datum 2019] komen te berusten op artikel 5, eerste lid sub a van het EVRM. Dat betekent onder meer dat het recht van de verdachte om zijn berechting in vrijheid af te wachten niet zonder meer van toepassing is, nu er sprake is van een veroordelend vonnis door een daartoe bevoegde rechter, en niet op voorhand is gebleken dat dit vonnis klaarblijkelijk op een juridische of feitelijke misslag berust.
Schorsing van de voorlopige hechtenis is in zaken waarbij het gaat om een veroordeling voor een of meer strafbare feiten waar naar de wettelijke omschrijving twaalf jaar of meer gevangenisstraf op staat en waardoor de rechtsorde ernstig is geschokt, in beginsel slechts aan de orde wanneer er sprake is van bijzondere zwaarwichtige, de persoon van de verdachte betreffende omstandigheden op grond waarvan het belang dat de samenleving heeft bij (voortzetting van de) voorlopige hechtenis, dient te wijken voor het persoonlijk belang van de verdachte. Dergelijke omstandigheden zijn niet aangevoerd, noch is het hof anderszins van het bestaan ervan gebleken. De enkele omstandigheid dat verdachte een goed lopend bedrijf in de handel in auto’s heeft, is niet een zodanige omstandigheid dat daarvoor het maatschappelijk belang dient te wijken.

BESCHIKKENDE

Wijst af het ingediende verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis;
Wijst af het ingediende verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis;
Aldus gedaan op 6 juni 2019
door mr. R.A.T.M. Dekkers, voorzitter, mr. F.J.M. Walstock en mr. G.P.M.F. Mols, raadsheren, in tegenwoordigheid van mr. R. van Maaren, griffier.
Fiat betekening en tenuitvoerlegging:
's-Hertogenbosch,
De advocaat-generaal,
Gezien d.d.
De directeur van [detentieplaats]