GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
Team familie- en jeugdrecht
Uitspraak : 13 juni 2019
Zaaknummer : 200.255.166/01
Zaaknummers 1e aanleg : C/03/255645 / JE RK 18-2246, C/03/255615 / JE RK 18- 2240 en C/03/255643 / JE RK 18-2245
in de zaak in hoger beroep van:
[appellante],
wonende te [woonplaats] ,
appellante,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat: mr. M.L.M. Schrouff,
Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg,
gevestigd te [vestigingsplaats] en mede kantoorhoudende te [kantoorplaats] ,
verweerster,
hierna te noemen: de GI,
betreffende de minderjarigen:
[de minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2004 te [geboorteplaats] (hierna ook te noemen: [de minderjarige 1] );
[de minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2006 te [geboorteplaats] (hierna ook te noemen: [de minderjarige 2] );
[de minderjarige 3], geboren op [geboortedatum] 2008 te [geboorteplaats] (hierna ook te noemen: [de minderjarige 3] ).
Als belanghebbenden worden aangemerkt:
de heer en mevrouw [de pleegouders 1],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: de pleegvader respectievelijk de pleegmoeder,
tezamen de pleegouders van [de minderjarige 1] ,
de heer en mevrouw [de pleegouders 2], wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: de pleegvader respectievelijk de pleegmoeder,
tezamen de pleegouders van [de minderjarige 2] ,
de heer en mevrouw [de pleegouders 3],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: de pleegvader respectievelijk de pleegmoeder,
tezamen de pleegouders van [de minderjarige 3] .
In zijn hoedanigheid als omschreven in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) is in de procedure gekend:
de Raad voor de Kinderbescherming,
regio: Zuidoost-Nederland, locatie: [locatie] ,
hierna te noemen: de raad.