Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
- ‘opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte niet doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijke leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging’ (feit 1) en
- ‘opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijke leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, meermalen gepleegd’ (feit 2),
de verdachte daarvoor strafbaar verklaard en hem (bij verstek) veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur 5 maanden.
[Vennootschap verdachte] B.V. in of omstreeks de periode van 30 april 2015 tot en met 28 november 2016 te Sittard in de gemeente Sittard-Geleen en/of in de gemeente(n) Roosendaal en/of Maastricht en/of Venlo en/of Apeldoorn en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten een aangifte omzetbelasting ten name van [Vennootschap verdachte] B.V. over het aangiftetijdvak 1e kwartaal 2015 niet en/of niet binnen de daarvoor gestelde termijn heeft gedaan, althans laten doen, terwijl dat feit ertoe strekte dat te weinig belasting werd geheven, tot het plegen van welk bovenomschreven strafbare feit verdachte opdracht heeft gegeven en/of aan welke bovenomschreven verboden gedraging verdachte feitelijke leiding heeft gegeven;
[Vennootschap verdachte] B.V., hierna te noemen "de B.V.", op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 11 april 2011 tot en met 30 januari 2015 te Sittard in de gemeente Sittard-Geleen en/of in de gemeente(n) Roosendaal en/of Maastricht en/of Venlo en/of Apeldoorn en/of elders in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk (een) bij de belastingwet voorziene aangifte(n), als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten (een) aangifte(n) voor de omzetbelasting ten name [Vennootschap verdachte] B.V. over het/de aangiftetijdvak(ken)
1e kwartaal 2011 en/of
2e kwartaal 2011 en/of
3e kwartaal 2011 en/of
4e kwartaal 2011 en/of
1e kwartaal 2012 en/of
1e kwartaal 2014 en/of
2e kwartaal 2014 en/of
3e kwartaal 2014 en/of
4e kwartaal 2014
onjuist en/of onvolledig heeft gedaan, althans laten doen, immers heeft/hebben de B.V. en/of (één of meer van) haar medeverdachte(n) toen aldaar (telkens) opzettelijk op het/de bij de Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst te Apeldoorn, in elk geval in Nederland, ingeleverde aangiftebiljet(ten) omzetbelasting over genoemd(e) aangiftetijdvak(ken), in elk geval één of meer tijdvak(ken), – zakelijk weergegeven – (telkens) valselijk en/of in strijd met de waarheid bij "Totaal omzetbelasting" en/of "Verschuldigde omzetbelasting" en/of "Totaal te betalen" "0" ingevuld en/of doen invullen, terwijl dat/die feit(en) (telkens) ertoe strekte(n) dat te weinig belasting werd geheven, tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafbare feit(en) verdachte (telkens) opdracht heeft gegeven en/of aan welke bovenomschreven verboden gedraging(en) verdachte (telkens) feitelijke leiding heeft gegeven.
A.
ne bis in idem-beginsel en het
nemo debet bis vexari-beginsel geweld wordt aangedaan. In dit verband heeft het hof acht geslagen op het bepaalde in artikel 255 van het Wetboek van Strafvordering. Dat artikel luidde ten tijde van 18 mei 2016, de dag waarop door het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie, de FIOD en het bestuur van de Belastingdienst werd besloten een strafrechtelijk onderzoek tegen de verdachte in te stellen, als volgt:
2. Als nieuwe bezwaren kunnen enkel worden aangemerkt verklaringen van getuigen of van den verdachte en stukken, bescheiden en processen-verbaal, welke later zijn bekend geworden of niet zijn onderzocht.
3. In dat geval kan de verdachte niet ter terechtzitting van de rechtbank worden gedagvaard, dan na een ter zake van deze nieuwe bezwaren ingesteld opsporingsonderzoek.
4. Tot de instelling van een opsporingsonderzoek als bedoeld in het derde lid wordt niet overgegaan dan na machtiging door de rechter-commissaris, verleend op vordering van de officier van justitie die met de opsporing van het strafbare feit is belast.”
[Vennootschap verdachte] B.V., hierna te noemen "de B.V.", op tijdstippen in de periode van 11 april 2011 tot en met 30 januari 2015 in Nederland, telkens opzettelijk bij de belastingwet voorziene aangiften, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten aangifte voor de omzetbelasting ten name [Vennootschap verdachte] B.V. over de aangiftetijdvakken
2e kwartaal 2011 en
3e kwartaal 2011 en
4e kwartaal 2011 en
1e kwartaal 2012 en
1e kwartaal 2014 en
2e kwartaal 2014 en
3e kwartaal 2014 en
4e kwartaal 2014
onjuist en onvolledig heeft gedaan, immers heeft de B.V. toen aldaar telkens opzettelijk op de bij de Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst te Apeldoorn, in elk geval in Nederland, ingeleverde aangiftebiljetten omzetbelasting over genoemde aangiftetijdvakken, valselijk en in strijd met de waarheid bij "Totaal omzetbelasting" en "Verschuldigde omzetbelasting" en "Totaal te betalen" "0" doen invullen, terwijl die feiten telkens ertoe strekten dat te weinig belasting werd geheven, tot het plegen van welke bovenomschreven strafbare feiten verdachte telkens opdracht heeft gegeven en/of aan welke bovenomschreven verboden gedragingen verdachte feitelijke leiding heeft gegeven.
C.
D.
E.
en
Op deze wijze hebben de Staat der Nederlanden en de Europese Unie een belastingnadeel van € 57.510,67 geleden.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden.