ECLI:NL:GHSHE:2019:208
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Verwijzing na Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Vaststelling van partneralimentatie na verwijzing door de Hoge Raad met betrekking tot behoeftigheid van de vrouw
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 24 januari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vaststelling van partneralimentatie na verwijzing door de Hoge Raad. De Hoge Raad had eerder de beschikking van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden vernietigd en de zaak terugverwezen voor verdere behandeling. De man en de vrouw, die op 8 augustus 2008 gehuwd waren en op 16 juni 2016 zijn gescheiden, zijn in een geschil verwikkeld over de hoogte van de partneralimentatie. De vrouw verzocht om een bijdrage van € 870,- per maand, terwijl de man dit betwistte en verzocht om de bijdrage op nihil te stellen of te verlagen naar € 150,- of € 580,- per maand.
Het hof heeft vastgesteld dat de vrouw een netto aanvullende behoefte heeft van € 913,- per maand, en dat de man in staat is om een bijdrage van € 580,- per maand te betalen. Het hof heeft de ingangsdatum van de alimentatie vastgesteld op 22 december 2017, de datum van de beschikking van de Hoge Raad. De man had verzocht om de alimentatieverplichting te limiteren tot twee jaar, maar het hof heeft dit verzoek afgewezen, omdat er onvoldoende bijzondere omstandigheden waren om van de wettelijke alimentatieduur af te wijken. De beslissing van het hof is deels vernietigend en deels bekrachtigend ten opzichte van de eerdere beschikking van de rechtbank Gelderland.