Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
02-800228-16 tegen:
[verdachte] ,
- de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten bewezen zal verklaren;
- de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht, waarvan vier maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren;
- de vordering van de benadeelde partij [dienstnummer 1] geheel zal toewijzen (te weten tot een bedrag van € 300,00), te vermeerderen met de wettelijke rente en met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f Wetboek van Strafrecht tot datzelfde bedrag en de daarbij behorende vervangende hechtenis;
- de vordering van de benadeelde partij [dienstnummer 2] zal toewijzen tot een bedrag van
- zich ten aanzien van de bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde gerefereerd aan het oordeel van het hof;
- bepleit dat de verdachte van het onder 1 ten laste gelegde zal worden ontslagen van alle rechtsvervolging omdat hij heeft gehandeld in een situatie van putatief noodweer en het hof verzocht het vonnis van de rechtbank op dit punt te bevestigen;
- zich ten aanzien van de bewezenverklaring van het onder 2 ten laste gelegde gerefereerd aan het oordeel van het hof;
- met betrekking tot de op te leggen straf bepleit dat het vonnis zal worden bevestigd;
- ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen [dienstnummer 1] en [dienstnummer 2] bepleit dat deze zullen worden afgewezen.
hij op of omstreeks 13 april 2016 te Breda personeelslid [dienstnummer 1] en/of personeelslid [dienstnummer 2] , zijnde (een) politieambtena(a)r(en) werkzaam bij de Dienst Speciale Interventies, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend twee, althans één vuurwapen(s) op die politieambtena(a)r(en) gericht, althans meerdere of een vuurwapen(s) heeft getoond;
hij op of omstreeks 13 april 2016 te Breda een of meer wapens van categorie III, te weten een revolver (merk Smith & Wesson, kaliber .38 special) en/of een pistool (merk Star, kaliber 9mm) en/of een patroonmagazijn, zijnde een onderdeel/hulpstuk van een wapen en/of munitie van categorie III, te weten 13 kogelpatronen kaliber 9mm en/of 12 kogelpatronen 9mm en/of 5 kogelpatronen, kaliber .38 voorhanden heeft gehad.
hij op 13 april 2016 te Breda personeelslid [dienstnummer 1] en personeelslid [dienstnummer 2] , zijnde politieambtenaren werkzaam bij de Dienst Speciale Interventies, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend twee vuurwapens op die politieambtenaren gericht;
hij op 13 april 2016 te Breda wapens van categorie III, te weten een revolver (merk Smith & Wesson, kaliber .38 special) en een pistool (merk Star, kaliber 9mm) en een patroonmagazijn, zijnde een onderdeel/hulpstuk van een wapen en munitie van categorie III, te weten 13 kogelpatronen kaliber 9mm en 12 kogelpatronen 9mm en 5 kogelpatronen, kaliber .38 voorhanden heeft gehad.
het hof begrijpt: verdachte) uit [woonplaats] zich naar aanleiding van een schietincident heeft bewapend”. Voorts is bij de TCI in de maand maart 2016 informatie binnengekomen “dat in de nacht van vrijdag 4 maart 2016 op zaterdag 5 maart 2016 onder bedreiging van een vuurwapen in de omgeving van Terheijden een auto afhandig is gemaakt door twee personen op een scooter. De daders van de diefstal van de auto zijn kort voor dit voorval betrokken geweest bij een poging tot liquidatie op [roepnaam verdachte] in [woonplaats] . [roepnaam verdachte] heeft men in de omgeving van zijn woning opgewacht en beschoten. Men heeft meerdere keren op de auto van [roepnaam verdachte] geschoten op het moment dat hij in de omgeving van zijn woning kwam aanrijden. De poging tot liquidatie heeft te maken met een grote partij cocaïne waarmee iets fout is gegaan. [roepnaam verdachte] wordt hiervoor verantwoordelijk gehouden” (pag. 47 en 48).
Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd.
en
€ 300,00 ter zake van immateriële schade als gevolg van de bedreiging en € 200,00 ter zake van immateriële schade als gevolg van gehoorbeschadiging), te vermeerderen met wettelijke rente. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
9 (negen) maanden.
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.