Uitspraak
8.Het verdere verloop van het geding
- het tussenarrest van 19 februari 2019;
- de akte van de bewindvoerder van 19 maart 2019 met een productie;
- de antwoordakte van ‘Thuis van 16 april 2019 met producties.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 28 mei 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen de bewindvoerder van een appellant en Woonstichting ‘Thuis’. De zaak betreft de ontbinding van een huurovereenkomst en de ontruiming van een standplaats voor een woonwagen, waar een hennepknipperij was aangetroffen. De bewindvoerder, die optreedt namens de appellant, betwistte dat de bouwkeet, waarin de hennepknipperij was aangetroffen, deel uitmaakte van de gehuurde standplaats. Het hof oordeelde dat de bouwkeet niet tot het gehuurde behoorde, maar dat de aanwezigheid van de hennepgerelateerde activiteiten op de standplaats een tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst vormde. De bewindvoerder had eerder in de procedure gesteld dat de bouwkeet er niet stond ten tijde van de huurovereenkomst, maar het hof oordeelde dat dit niet aannemelijk was. De appellant had bovendien niet aangetoond dat hij niet op de hoogte was van de activiteiten in de bouwkeet, ondanks zijn verstandelijke beperkingen. Het hof verwierp alle grieven van de appellant en bevestigde de ontbinding van de huurovereenkomst. Daarnaast werd de vordering van ‘Thuis’ tot het opleggen van een boete afgewezen, omdat de omstandigheden van de appellant dit onaanvaardbaar maakten. De uitspraak bekrachtigde het eerdere vonnis van de kantonrechter en veroordeelde de bewindvoerder in de proceskosten.