ECLI:NL:GHSHE:2019:1911
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige na rapportage van de bijzondere curator
In deze zaak gaat het om de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige], geboren in 2003. De moeder, appellante in deze procedure, is in hoger beroep gegaan tegen de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 25 mei 2018, waarin een bijzondere curator is benoemd om onderzoek te doen naar de situatie van [minderjarige]. De bijzondere curator heeft in haar rapportage aangegeven dat de verlenging van de ondertoezichtstelling in het belang van [minderjarige] is, gezien de zorgen over zijn ontwikkeling en de noodzaak van begeleiding. De moeder is van mening dat de ondertoezichtstelling geen wezenlijke verbetering oplevert en dat de GI (Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant) niet in staat is om regelmatig contact met [minderjarige] te onderhouden.
Het hof heeft de rapportage van de bijzondere curator en de reacties van de moeder en de GI in overweging genomen. Het hof oordeelt dat de wettelijke vereisten voor verlenging van de ondertoezichtstelling zijn voldaan, zoals vastgelegd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. Er is sprake van een ernstige ontwikkelingsbedreiging voor [minderjarige], die kampt met diverse problematiek, waaronder selectief mutisme en een angststoornis. De ouders zijn onvoldoende doordrongen van de ernst van de situatie, wat blijkt uit de voortdurende strijd tussen hen en het gebrek aan samenwerking met de hulpverlening.
Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank en stelt vast dat de benoeming van de bijzondere curator nu ten einde is. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken op 23 mei 2019, waarbij de griffier is verzocht om een afschrift van de uitspraak toe te zenden aan de rechtbank Oost-Brabant.