ECLI:NL:GHSHE:2019:1907
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- L.Th.L.G. Pellis
- C.N.M. Antens
- I.B.M.L. Oomes
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van minderjarigen in het kader van de zorg en opvoeding
In deze zaak gaat het om de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarige kinderen, geboren uit de moeder, die in hoger beroep is gekomen tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Limburg. De moeder verzocht om de beschikking te vernietigen en het verzoek van de Gecertificeerde Instelling (GI) tot verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing af te wijzen. De kinderen staan sinds 8 juni 2018 onder toezicht van de GI en zijn uithuisgeplaatst in pleeggezinnen. De rechtbank had de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot 8 juni 2019, wat de moeder niet kon accepteren.
Tijdens de mondelinge behandeling is de moeder gehoord, bijgestaan door haar advocaat, en de GI was vertegenwoordigd. De Raad voor de Kinderbescherming was niet ter zitting verschenen. De moeder voerde aan dat de uithuisplaatsing niet langer noodzakelijk was, omdat haar situatie positief was veranderd en de contactmomenten met de kinderen goed verliepen. De GI daarentegen stelde dat de samenwerking met de moeder moeizaam verliep en dat de kinderen speciale zorg nodig hadden, die niet adequaat door de moeder werd geboden.
Het hof oordeelde dat de uithuisplaatsing van de kinderen noodzakelijk bleef in het belang van hun verzorging en opvoeding. De moeder had onvoldoende inzicht in de ontwikkelingsbedreigingen van de kinderen en haar instabiele gedrag en communicatieproblemen met de hulpverlening waren zorgwekkend. Het hof bekrachtigde de beschikking van de rechtbank, waarbij de veiligheid en de noodzakelijke zorg voor de kinderen niet gewaarborgd konden worden zonder de verlenging van de uithuisplaatsing.