De GI voert in het beroepschrift, zoals aangevuld ter zitting, - kort samengevat – het volgende aan.
Anders dan de rechtbank overweegt, is de GI wel degelijk serieus en zorgvuldig aan de slag gegaan met de in de beschikking van 13 september 2018 opgenomen opdracht om de vader in de gelegenheid te stellen meer en vaker omgang met [minderjarige] te hebben en te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn voor terugplaatsing bij een van de ouders, meer in het bijzonder bij de vader (aangezien de moeder feitelijk uit beeld is). In dat kader is besloten tot inzet van een gezinsscreening. De resultaten van die screening zijn in een multidisciplinair overleg besproken, waarin WMO (hulpverlener van de vader), [instelling 2] (omgangsbegeleiding), [instelling 1] (pleegzorg), een GZ-psycholoog en een gedragswetenschapper betrokken waren. De vader is voor dit overleg uitgenodigd, maar niet verschenen. Geconcludeerd is dat het perspectief van [minderjarige] bij het pleeggezin ligt.
Thuisplaatsing is zorgvuldig onderzocht. Na omgang met de vader vertoonde [minderjarige] echter zorgelijk gedrag bij de pleegouders. De vader hield zich bovendien niet aan de gemaakte afspraken, waardoor een risico bestond op onvoldoende regelmaat in de omgang. Daarom is gekozen voor een zeer beperkte uitbreiding van de omgang, in combinatie met een gezinsscreening.
Voor de GI staat nog niet vast dat de relatie tussen de ouders verbroken is. De vader schat de veiligheidsrisico’s onvoldoende in als de moeder weer betrokken zou zijn bij [minderjarige] .
[minderjarige] verblijft sinds eind maart 2019 bij de vader. Op dit moment gaat het goed en de vader zorgt met veel liefde voor [minderjarige] .
De vader heeft ook aangegeven dat hij de zorg op zich wil nemen voor het tweede kind van de vader en de moeder, [tweede kind] , geboren op [geboortedatum] 2018, over wie hij sinds kort ook het gezag heeft. Er wordt onderzocht of dat haalbaar is.
De GI maakt zich zorgen over de draagkracht van de vader op de lange termijn. De risico’s voor [minderjarige] zijn daarom te groot. Grootste zorg is gelegen in het accepteren door de vader van de benodigde ondersteuning en het op lange termijn bieden van voldoende stabiliteit, structuur en voorspelbaarheid. Er lijkt een reëel gevaar dat de vader op den duur overvraagd wordt en dat [minderjarige] dan opnieuw uit huis geplaatst moet worden met een nieuwe breuk in haar gehechtheidsrelaties tot gevolg.