Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[de vennootschap 1] ,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
[de vennootschap 2],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
[appellant 3],
bij leven laatstelijk wonende te [woonplaats] ,
[appellante 4],
[appellant 5],
[appellant 6],
Coöperatieve Rabobank West-Brabant Noord U.A.,
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 19 december 2017;
- de akte, met producties, en de antwoordakte van [appellant] c.s.;
- de akte, met producties, en de antwoordakte van Rabobank .
6.De verdere beoordeling
- a) het gaat om de mogelijke schade als gevolg van de (gestelde) gebrekkige voorlichting;
- b) de schade moet worden begroot aan de hand van een vergelijking tussen de werkelijke situatie van [appellant] c.s. en de hypothetische situatie als het schade toebrengend handelen niet had plaatsgevonden; de schade moet worden begroot aan de hand van wat [appellant] c.s. meer hebben betaald aan rente en kosten onder de renteswap, dan zij zouden hebben betaald onder het alternatieve renterisico dekkende product;
- c) [appellant] c.s. zou – voorshands – bij een juiste voorlichting de renteswapovereenkomst niet hebben gesloten;
- d) [appellant] c.s. zou in die situatie wel de geldlening zijn aangegaan;
- e) [appellant] c.s. zou in die situatie hebben gekozen voor een alternatief product ter afdekking van het renterisico (tussenarrest, 3.5.4);
- f) de negatieve waarde kan mogelijk worden vergeleken met de boeterente in de situatie van tussentijdse beëindiging van een vastrentende geldlening;
- g) de berekening van de vergoeding op grond van het Uniform Herstel Kader kan wellicht geschikt zijn om te dienen als schadeberekening in dit geding.
- a) De geldlening met variabele rente is aangegaan onder de daaraan door Rabobank gestelde voorwaarden (vaststelling tussenarrest, 3.1 c).
- b) [appellant] c.s. heeft de Overeenkomst Financiële Derivaten ondertekend (vaststelling tussenarrest, 3.1 e). Dit is een raamovereenkomst die (onder meer) het aangaan van renteswaps mogelijk maakt. In deze overeenkomst staat dat de klant ( [appellant] c.s.) kennis heeft genomen van door Rabobank verstrekte informatie en zich bewust is van de risico’s en gevolgen van transacties.
- c) De renteswapovereenkomst is aangegaan (beslissing tussenarrest, 3.5.5). Rabobank heeft daarvan een bevestiging gestuurd, die is ondertekend door [appellant 6] (vaststelling tussenarrest, 3.1 f). Rabobank heeft elk kwartaal vanaf eind 2007 tot in 2012 bevestigingen gestuurd waarin zij melding maakt van de renteswap, de transactiedatum, de looptijd, het nominaal bedrag, de vaste rente, de rentestand in het kwartaal en de afrekening voor dat kwartaal (cva, producties 19a-19q en 20a-20d).
- d) [appellant 3] heeft bij (alle) eerdere financieringen bij Rabobank gekozen voor financiering met variabele rente (vaststelling tussenarrest, 3.1 b). In dit geval heeft [appellant] c.s. echter het renterisico afgedekt omdat Rabobank dat van haar verlangde (beslissing tussenarrest, 3.5.4-3.5.5).
- e) Rabobank voert aan dat [appellant] c.s. daarbij bewust heeft gekozen voor een vaste rente voor 10 jaar (en dat dus ook in het hypothetische geval zou hebben gedaan) en bewust heeft gekozen voor de renteswap. Rabobank voert aan (mva, 47-48, 179-180, 185-188, 196-200), en [appellant] c.s. betwist (mvg, 56-57, 114-119, 141-146, 150 en verder):
- f) [appellant] c.s. stelt dat zij in de hypothethische situatie gekozen zou hebben voor een rentecap, een spread premium cap of een roll-over lening met een renteplafond met een looptijd van 5 jaar. Rabobank betwist dat dit passende, door Rabobank aangeboden en/of geaccepteerde en door [appellant] c.s. gekozen alternatieven zouden zijn.
- g) [appellant] c.s. stelt dat zij flexibiliteit wenste omdat [appellant 3] in 2007 de onderneming na een aantal jaar aan twee van zijn zoons wenste over te dragen, waarvoor hij flexibiliteit nodig had. Rabobank antwoordt dat er ook in dat geval nog volop flexibiliteit was na het aangaan van de renteswap.
7.De uitspraak
's-Hertogenbosch op een door deze te bepalen datum;