ECLI:NL:GHSHE:2019:181

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
22 januari 2019
Publicatiedatum
22 januari 2019
Zaaknummer
200.238.653_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekzaak in hoger beroep met betrekking tot wijziging van de eis

In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep in een verstekzaak. De appellant, vertegenwoordigd door mr. P.H.A. van Namen, heeft hoger beroep ingesteld tegen de geïntimeerde, GWW Bouw en Techniek, die in deze procedure niet is verschenen. De zaak is een vervolg op een tussenarrest van 16 oktober 2018, dat voortkwam uit een vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, gewezen op 13 december 2017. De appellant heeft in hoger beroep een wijziging van de eis aangebracht, maar er zijn complicaties ontstaan rondom de betekening van de memorie van grieven aan de geïntimeerde.

Het hof heeft vastgesteld dat het betekeningsexploot op 29 oktober 2018 is betekend aan een adres waar de deurwaarder niemand heeft aangetroffen. Dit adres wijkt af van het adres waar eerder de dagvaarding in hoger beroep aan de geïntimeerde is betekend. De appellant heeft geen bewijs geleverd dat de betekening op het nieuwe adres geldig was. Het hof heeft daarom besloten om de zaak naar de rol te verwijzen, zodat de appellant in staat wordt gesteld om de benodigde informatie te verschaffen of een nieuw betekeningsexploot over te leggen. Het hof heeft verder iedere beslissing aangehouden tot de volgende zitting op 12 februari 2019.

De uitspraak is gedaan door de rechters M.G.W.M. Stienissen, A.J. Henzen en H.AE. Uniken Venema, en is openbaar uitgesproken op 22 januari 2019.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Afdeling civiel recht
zaaknummer 200.238.653/01
arrest van 22 januari 2019
in de zaak van
[appellant],
wonende te [woonplaats] ,
appellant,
hierna aan te duiden als [appellant] ,
advocaat: mr. P.H.A. van Namen te Middelburg,
tegen
[geïntimeerde] h.o.d.n. [GWW Bouw en Techniek] GWW Bouw en Techniek,
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerde,
hierna aan te duiden als [geïntimeerde] ,
in dit hoger beroep niet verschenen,
als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest van 16 oktober 2018 in het hoger beroep van het vonnis van 13 december 2017, door de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg, gewezen tussen [appellant] als eiser in conventie, verweerder in reconventie en [geïntimeerde] als gedaagde in conventie, eiser in reconventie.

5.Het geding in hoger beroep

Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenarrest van 16 oktober 2018;
  • het door [appellant] bij akte overgelegde exploot van 29 oktober 2018, waarbij de memorie van grieven aan [geïntimeerde] is betekend, hierna: het betekeningsexploot.
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg.

6.De verdere beoordeling

Het betekeningsexploot is betekend aan het adres [adres 1] te [plaats ] , waar de deurwaarder niemand heeft aangetroffen. Dit adres wijkt af van het adres [adres 2] te ’ [woonplaats van geintimeerde] , waar (in maart 2018) de dagvaarding in hoger beroep in persoon aan [geïntimeerde] is betekend. [appellant] heeft geen informatie overgelegd waaruit blijkt dat het betekeningsexploot op 29 oktober 2018 geldig aan het adres in [plaats ] mocht worden betekend. Het hof zal de zaak naar de rol verwijzen om [appellant] in staat te stellen om die informatie alsnog te verschaffen, dan wel om een nieuw betekeningsexploot over te leggen. Het hof zal iedere verdere beslissing aanhouden.

7.De uitspraak

Het hof:
7.1.
verwijst de zaak naar de rol van 12 februari 2019 voor akte aan de zijde van [appellant] ;
7.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. M.G.W.M. Stienissen, A.J. Henzen en H.AE. Uniken Venema en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 22 januari 2019.
griffier rolraad