Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 24 april 2018;
- het proces-verbaal van de enquête van 12 juni 2018;
- het proces-verbaal van de contra-enquête van 12 september 2018;
- de memorie na enquête van [appellant] met vier producties (genummerd 2 tot en met 5);
- de antwoordmemorie na enquête van Enexis.
6.De verdere beoordeling
- A. dat de meter ten tijde van de in oktober 2013 door dhr. [zelfstandig ondernemer in elektro/beveiliging] uitgevoerde werkzaamheden geen gebreken vertoonde, althans dat ten tijde van en na afloop van die werkzaamheden de originele verzegelingen nog aanwezig waren;
- B. dat zijn gemiddeld elektriciteitsverbruik per jaar in de periode na de installatie van de nieuwe meter op 23 april 2014 niet wezenlijk afwijkt van de gemiddelde hoeveelheid elektriciteit die in de periode van 2002 tot 2013 per jaar via zijn elektriciteitsaansluiting is verbruikt.
- de heer [zelfstandig ondernemer in elektro/beveiliging] , zelfstandig ondernemer in elektro / beveiliging;
- mevrouw [samenwoner] , samenwonend met [appellant] .
- dat hij een elektriciteitsmeter nog nooit open heeft gehad en nog nooit van binnen heeft gezien;
- dat hij tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het binnenwerk van de meter helemaal niet gezien heeft;
- dat hij, nu aan hem bijlage 10 bij de inleidende dagvaarding wordt getoond en aan hem wordt verteld dat daarop drie shunts zichtbaar zijn waarvan er twee openstaan, voor het eerst ziet dat dit shunts zijn;
- dat hij zoiets nog nooit gezien heeft gezien;
- dat hij niet weet met wat voor type zegels meterkasten precies moeten worden afgezegeld;
- dat hij niet zegelgerechtigd is;
- dat hij het soort gele zegels zoals hem op een foto van de meter getoond (hof: een vergroting van productie 2 bij de inleidende dagvaarding; de betreffende zegel is een valse zegel), ook wel ziet bij andere meterkasten, en dat bij hem thuis op de meterkast ook zoiets zit.
- dat zij ongeveer in 2013 een relatie heeft gekregen met [appellant] en dat zij in 2015 met hem is gaan samenwonen, waarbij ook haar dochter meekwam;
- dat zij aanneemt dat hierdoor het huishoudelijk stroomverbruik van [appellant] is toegenomen;
- dat zij een eigen fulltime baan heeft, dat zij zich niet erg bezig houdt met de details van de bedrijfsvoering van [appellant] en dat zij niet weet of er in de bedrijfsvoering van [appellant] grote veranderingen zijn geweest waardoor zijn stroomverbruik enorm kan zijn gewijzigd;
- dat zij geen enkele aanleiding heeft om te denken dat [appellant] zich met zaken zoals hennepteelt bezighoudt;
- dat [appellant] een eerdere relatie heeft gehad, dat zij meent dat zijn eerdere partner ongeveer in 2012 de woning heeft verlaten en dat zij denkt dat [appellant] , in de periode waarin hij alleen woonde, veel tijd heeft besteed in zijn siersmederij.
- de verzegeling van de meterkast is verbroken;
- beschadigingen op het telwerk zijn geconstateerd (in verband waarmee [appellant] aan Enexis de aan het slot van rov. 3.2.2 van het tussenarrest genoemde bedragen van € 783,88 en € 611,82 heeft vergoed);
- twee van de drie shunts in openstaande positie waren vastgedraaid.
7.De uitspraak
- veroordeelt [appellant] om aan Enexis € 4.692,-- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van 17 april 2014;
- compenseert de proceskosten van het geding bij de rechtbank tussen de partijen, aldus dat elke partij de eigen proceskosten moet dragen;