6.1.Geen grieven zijn gericht tegen de feiten, zoals door de kantonrechter in het bestreden vonnis onder 2. vastgesteld. Het hof zal derhalve van dezelfde feiten uitgaan, aangevuld met enige andere feiten die in dit hoger beroep ook tussen partijen vaststaan.
Het gaat in dit hoger beroep om het volgende:
a. a) [appellant] heeft op 8 mei 2014 van een particuliere verkoper, de heer [verkoper] , hierna te noemen [verkoper] , een Volvo V50 1.6 D met kenteken [kenteken] , hierna te noemen de auto, gekocht. De kilometerstand van de auto bedroeg ten tijde van de aanschaf 286.784 kilometer.
b) [verkoper] had de auto in onderhoud bij [geïntimeerde] . Voordat [appellant] eigenaar werd van de auto, heeft [geïntimeerde] in april 2014 in opdracht van [verkoper] , de turbo van de auto, die defect was geraakt, vervangen.
c) [geïntimeerde] heeft in opdracht en voor rekening van [appellant] een grote onderhoudsbeurt aan de auto uitgevoerd. Op maandag 30 juni 2014 heeft [appellant] de auto daarvoor bij [geïntimeerde] gebracht en op vrijdag 4 juli 2014 heeft [appellant] de auto daar weer opgehaald.
d) Op 1 oktober 2014 is de turbo van de auto vastgelopen.
e) In opdracht van [appellant] hebben [onderneming 1] en [onderneming 2] (hierna verder te noemen: [onderneming 2] ) onderzoek verricht naar de oorzaak van het vastlopen van de turbo op 1 oktober 2014.
Na onderzoek van de turbo heeft [onderneming 1] gerapporteerd (expertiserapport, dagvaarding eerste aanleg, productie 7):
“De stalen turbine as is sterk verkleurd. Dit wijst op onvoldoende koeling wat veroorzaakt wordt door onvoldoende oliesmering. (…) Dit kan ontstaan door een vervuiling of verstopping in de olieaanvoerleiding van de turbo. Andere mogelijke oorzaken zijn onvoldoende oliedruk of een te laag oliepeil.”
Na beoordeling van foto’s van het roetfilter heeft [onderneming 1] bij e-mail van 17 december 2014 aan Garage [garage] te [plaats] , waar de auto sinds 1 oktober 2014 stond, (dagvaarding eerste aanleg, productie 8) als volgt gereageerd:
“Hierop(toevoeging hof: de toegezonden foto’s van het roetfilter)
is duidelijk te zien dat de doorgang van het roetfilter sterk belemmerd wordt. Hierdoor zal er een te hoge uitlaatgas tegendruk ontstaan waardoor de temperaturen in de turbo enorm toenemen. Tevens zal er een enorme axiale kracht op de turbine as van de turbo ontstaan waardoor de levensduur van de turbo sterk afneemt. Het is dus aannemelijk dat de turbo die wij voor u geanalyseerd hebben defect is gelopen door het verstopte roetfilter.”
[onderneming 2] heeft, na inspectie van de auto en de gedemonteerde onderdelen daarvan (turbo, katalysator en roetfilter), als volgt gerapporteerd (expertiserapport d.d. 13 juli 2015, pagina 6 onder “6. Oorzaak” en pagina 8 onder “9. Vragen / Antwoorden”, dagvaarding eerste aanleg productie 13):
“Gelet op de aangetroffen sporen van uitlaatgassen aan de binnenzijde van het hitteschild welke om de turbo is gemonteerd evenals het schadebeeld aan de turbo, is er sprake geweest van een te hoge tegendruk in het uitlaatsysteem. Door de te hoge tegendruk is er tevens een thermische overbelasting ontstaan, met verkleuring van de turbo evenals het deels verbranden van de afdichting om de turbine-as aan de uitlaatzijde tot gevolg. Door de te hoge thermische belasting is tevens de smeerfilm doorbroken en is de turbine-as plotseling vastgelopen in de lagering, met het losraken van de bevestigingsmoer van het compressorwiel tot gevolg. Door de beschadigde turbo heeft de motor niet langer naar behoren kunnen presteren. (…) Het binnenwerk van het achteraf gemonteerde roetfilter blijkt vervuild met motorolie en deels gesmolten/verbrand. (…) Wij achten het gelet op het schadebeeld aan de turbo en de aangetroffen beschadigingen aan het roetfilter aannemelijk danwel vastgesteld, dat de turboschade is veroorzaakt door het defecte roetfilter.”
f) [geïntimeerde] heeft vervolgens zijn verzekeringsmaatschappij, [verzekeringen] Verzekeringen, opdracht gegeven een onderzoek in te stellen naar de aard en de oorzaak van de schade aan de turbo. [verzekeringen] Verzekeringen heeft als volgt gerapporteerd (rapport d.d. 30 november 2015, pagina 2 onder “D. Overwegingen”, conclusie van antwoord, productie 3):
“De turbo raakte defect doordat tegendruk in het uitlaatsysteem was ontstaan, mogelijk als gevolg van (gedeeltelijke?) verstopping van het roetfilter.”
g) In opdracht van [geïntimeerde] heeft [onderneming 3] de technische inhoud van de dossierstukken beoordeeld. In haar expertiserapport van 24 juli 2017 heeft [onderneming 3] vermeld (pagina 4 en 5, memorie van antwoord, productie 1):
“Indien er sprake is van een te hoge tegendruk in het uitlaatsysteem, bijv. zoals [onderneming 2] stelt omdat het roetfilter verstopt is geraakt, (…) zal de ‘ademhaling’ van de motor beïnvloed worden (…). Dit zal met name het geval zijn om volvermogen / volgas condities. Onder die omstandigheden zal namelijk de flow aan uitlaatgassen het hoogst zijn. Als onder die omstandigheden de uitlaatgassen onvoldoende kunnen wegstromen dan zal de werkingsgraad van de turbo minder worden.”
6.2.1.[appellant] heeft in eerste aanleg gevorderd dat de kantonrechter bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad
[geïntimeerde] zal veroordelen om aan [appellant] te betalen:
I. vervangende schadevergoeding ter hoogte van € 3.188,70 inclusief btw, althans een door de kantonrechter in goede justitie vast te stellen bedrag;
II. de gevolgschade ter hoogte van € 4.254,53 inclusief btw te vermeerderen met € 10,88 per dag vanaf 1 januari 2016 tot aan de dag van de algehele voldoening, althans een door de kantonrechter vast te stellen bedrag;
III. een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte kosten voor het vaststellen van de schade ter hoogte van een bedrag van € 1.174,91 inclusief btw;
IV. de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over de vervangende schadevergoeding en de kosten ter vaststelling van de schade vanaf
5 augustus 2015, zijnde de dag dat het verzuim is ingetreden, tot aan de dag van voldoening;
V. de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over de gevolgschade vanaf 5 mei 2015, zijnde de dag dat het verzuim is ingetreden, althans vanaf een door de kantonrechter vast te stellen datum tot aan de dag van voldoening;
VI. de redelijke kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte conform hetgeen is bepaald in het besluit vergoeding buitengerechtelijke incassokosten, derhalve een bedrag van € 537,08, althans een door de kantonrechter te bepalen bedrag;
VII. de kosten van dit geding, alsmede de nakosten in het geval betekening van het vonnis nodig zou blijken te zijn, vermeerderd met de wettelijke rente indien deze kosten niet binnen 14 dagen na betekening van het vonnis worden voldaan.
I. [geïntimeerde] zal veroordelen om binnen twee weken na betekening van het in dezen te wijzen vonnis, de overeenkomst correct na te komen, voor herstel zorg te dragen van alle geconstateerde gebreken overeenkomstig het (herstel)advies van de deskundige onder verbeurte van een direct opeisbare dwangsom van € 500,00 per dag met een maximum van € 15.000,00 dan wel een door de kantonrechter te bepalen bedrag, voor iedere dag dat [geïntimeerde] van het in dezen te wijzen vonnis geheel of gedeeltelijk in gebreke zal zijn,
en voorts zoals hiervoor primair onder II, III, IV, V, VI en VII is gevorderd.
6.2.2.Als grondslag voor deze vorderingen voert [appellant] - kort gezegd - aan dat na de grote onderhoudsbeurt aan de auto eind juni/begin juli 2014, de turbo van de auto defect is geraakt, hetgeen bij hem tot schade heeft geleid en dat [geïntimeerde] daarvoor aansprakelijk is.
6.2.3.[geïntimeerde] heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Dat verweer zal, voor zover in hoger beroep van belang, in het navolgende aan de orde komen.
6.2.4.Bij het bestreden vonnis heeft de kantonrechter de vorderingen van [appellant] afgewezen en [appellant] in de proceskosten veroordeeld.