Uitspraak
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
dat hogere inkomen van die ouder de maatstaf voor de bepaling van de kosten van de kinderen”.
“het netto besteedbare gezinsinkomen tijdens het huwelijk (de relatie), dus van beide ouders opgeteld, dan wel na de (echt)scheiding het netto inkomen van de ouder(s) afzonderlijk, dus niet bij elkaar opgeteld, ingeval dit inkomen van één van de ouders het voormalige gezinsinkomen te boven gaat.”
gemiddeldejaarinkomen van de vader.
behoefte [jongmeerderjarige] en [minderjarige 1] / totale behoefte vier kinderen x draagkracht moeder, derhalve op (846 / 2.286 x 1.510 =) € 559,-.
behoefte [minderjarige 2] en [minderjarige 3] / totale behoefte vier kinderen x draagkracht moeder, derhalve op (1.440 / 2.286 x 1.510 =) € 951,-.
Het hof is van oordeel dat van [jongmeerderjarige] , alle omstandigheden in aanmerking genomen en wederom rekening houdend met het feit dat een onderhoudsbijdrage van maand tot maand pleegt te worden verbruikt, in redelijkheid slechts kan worden gevergd dat hij een deel van de over de periode van [geboortedatum jongmeerderjarige] 2018 tot 13 september 2018 betaalde onderhoudsbijdrage, namelijk een bedrag van (6 maanden x € 100,- =) € 600,- aan de moeder terugbetaalt.