ECLI:NL:GHSHE:2019:1728
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bewind en mentorschap van een meerderjarige met psychiatrische problematiek
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarbij een bewind en mentorschap is ingesteld voor [appellante]. De beschikking is gegeven op 7 mei 2018 en betreft de bescherming van de vermogensrechtelijke en niet-vermogensrechtelijke belangen van [appellante], die lijdt aan paranoïde schizofrenie. Het hof heeft op 9 mei 2019 de zaak behandeld, waarbij [appellante] werd bijgestaan door haar advocaat, mr. S. van de Voorde. De bewindvoerder en mentor zijn niet verschenen, maar het hof heeft voldoende informatie uit de stukken en de zitting kunnen halen.
[Appellante] heeft in haar beroepschrift aangevoerd dat er geen grond is voor het instellen van een bewind en dat zij in staat is haar eigen belangen te behartigen. Het hof heeft echter vastgesteld dat [appellante] als gevolg van haar geestelijke toestand niet in staat is om haar vermogensrechtelijke en niet-vermogensrechtelijke belangen zelf behoorlijk waar te nemen. Dit is onderbouwd door een brief van een instelling voor ouderenpsychiatrie, waaruit blijkt dat [appellante] sinds 28 juli 2017 is opgenomen vanwege zelfverwaarlozing en nachtelijke overlast.
Het hof oordeelt dat de instelling van zowel een bewind als een mentorschap noodzakelijk is in het belang van [appellante]. De kantonrechter had al een jaarlijkse verantwoordingsplicht aan de mentor opgelegd, en het hof gaat ervan uit dat de mentor en bewindvoerder hun taken op een zorgvuldige wijze zullen uitvoeren. De beschikking van de rechtbank wordt bekrachtigd, en de proceskosten in hoger beroep worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.