Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[appellant] ,
[appellante],
1.[geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerde 2],
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/03/215504/HA ZA 16-12)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de akten uitlaten omtrent comparitie na aanbrengen van 25 april 2017, waarbij partijen te kennen hebben gegeven geen prijs te stellen op een comparitie na aanbrengen;
- de memorie van grieven (met eiswijziging);
- de memorie van antwoord, met producties;
- de akte verzoek descente van de zijde van [appellant] c.s. van 24 oktober 2017;
- de antwoordakte van de zijde van [geïntimeerde 1] c.s. van 21 november 2017, strekkende tot afwijzing van het verzoek tot descente zijdens [appellant] c.s.
3.De beoordeling
verleent hier tegenover ten laste van het hierboven omschreven perceelsgedeelte als lijdend erf en ten behoeve van het resterende aan volmachtgever [naam][een rechtsvoorganger van [geïntimeerde 1] c.s.; toevoeging hof]
in eigendom verblijvende gedeelte van het perceel (…) als heersend erf, een erfdienstbaarheid van weg, ten einde van de [straat] over het lijdend erf te voet, met rijwiel, motor, paard, wagen, scooter en auto of ander voertuig te gaan naar het heersend erf en omgekeerd; van deze weg mag ook gebruik gemaakt worden door de eigenaar van het lijdend erf; stationeren op de weg is verboden; de eigenaar van het lijdend erf is verplicht deze weg op zijn kosten in voor normaal gebruik goed bruikbare staat te brengen en te houden; extra kosten van onderhoud van deze weg, veroorzaakt door zwaar vrachtvervoer over die weg, komen ten laste van degene te wiens bate dat vervoer plaats heeft; afsluiting van deze weg met een hek aan de openbare weg is toegestaan, mits de eigenaar van het heersend erf daarvan geen abnormale hinder zal ondervinden.”
primairhun vorderingen in eerste aanleg als hiervoor weergegeven onder 3.6 onder i) en ii) alsnog toe te wijzen. Daarenboven hebben zij gevorderd, kort gezegd,
subsidiairi) te bepalen dat bedoelde erfdienstbaarheid wordt gewijzigd in die zin dat deze uitsluitend en alleen zal dienen ten behoeve van groot onderhoud aan de tuin van [geïntimeerde 1] c.s. twee keer per jaar dan wel dat deze zal worden gewijzigd in enige andere erfdienstbaarheid die recht doet aan de noodzaak daarvan, ii) te bepalen dat [geïntimeerde 1] c.s. de notariële akte waarin de erfdienstbaarheid is gewijzigd ondertekenen, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom, een en ander met veroordeling van [geïntimeerde 1] c.s. in de kosten van dit geding, waaronder begrepen de nakosten.
grief I) en tegen het oordeel van de rechtbank dat [geïntimeerde 1] c.s. nog steeds een, zij het enigszins te relativeren, redelijk belang hebben bij uitoefening van het recht van erfdienstbaarheid (
grieven II en III). Het hof zal de grieven hierna gezamenlijk bespreken.
geengebruik is gemaakt van de erfdienstbaarheid van weg. Bovendien heeft te gelden dat, zelfs als het hof er veronderstellenderwijs van uit zou gaan dat [geïntimeerde 1] c.s. gedurende jaren geen gebruik hebben gemaakt van de erfdienstbaarheid, dit niet wil zeggen dat [geïntimeerde 1] nu en in de toekomst geen redelijk belang (kunnen) hebben bij het gebruik van de erfdienstbaarheid. Ook de enkele omstandigheid dat het perceel van [geïntimeerde 1] c.s. tevens via de openbare weg [weg] kan worden bereikt en - aldus [appellant] c.s. - alle functies die bij ‘het wonen’ horen vanaf en vanuit de openbare weg [weg] kunnen worden uitgeoefend, brengt niet met zich dat [geïntimeerde 1] c.s. nu en in de toekomst geen redelijk belang (kunnen) hebben bij het gebruik van de erfdienstbaarheid van weg. Aan de gestelde schending van de privacy komt alleen belang toe in het kader van een afweging van de belangen van de eigenaars van het dienende erf tegenover die van de eigenaars van het heersende erf, terwijl een dergelijke belangenafweging niet aan de orde is bij de toepassing van artikel 5:79 BW.
subsidiairgevorderd te bepalen i) dat bedoelde erfdienstbaarheid wordt gewijzigd in die zin dat deze uitsluitend en alleen zal dienen ten behoeve van groot onderhoud aan de tuin van [geïntimeerde 1] c.s. twee keer per jaar dan wel dat deze zal worden gewijzigd in enige andere erfdienstbaarheid die recht doet aan de noodzaak daarvan en ii) dat [geïntimeerde 1] c.s. de notariële akte waarin de erfdienstbaarheid is gewijzigd ondertekenen, op straffe van verbeurte van een dwangsom.