Wat betreft de inhoud van de aan [geïntimeerde] gegeven opdracht overweegt het hof het volgende.
Een schriftelijke opdracht ontbreekt; de opdracht aan [geïntimeerde] is mondeling gegeven. De vraag wat als inhoud van de opdracht heeft te gelden dient, ingevolge vaste jurisprudentie, te worden beantwoord aan de hand van de zogenaamde Haviltex-maatstaf, hetgeen betekent dat bepalend is welke zin partijen over en weer redelijkerwijs aan elkaars verklaringen en gedragingen mochten toekennen en wat zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
Tussen partijen staat vast dat de aanleiding voor de opdracht aan [geïntimeerde] was dat in augustus 2011 in de woning (via achterdeur en keukenraam) en in de garage was ingebroken waarbij het alarmsysteem niet of in ieder geval niet adequaat had gefunctioneerd.
Ook staat vast dat de feitelijke werkzaamheden die door [geïntimeerde] zijn uitgevoerd beperkt zijn gebleven tot de werkzaamheden die hiervoor onder 3.1.4 zijn vermeld.
[geïntimeerde] heeft gesteld dat zij ook nog heeft voorgesteld om verder onderzoek te verrichten naar mogelijke andere onvolkomenheden met betrekking tot het inbraaksignaleringssysteem maar dat dit voorstel door [appellant] is afgewezen. Deze stelling van [geïntimeerde] is door [appellant] en [appellante] niet, of in ieder geval onvoldoende, weersproken.
Partijen zijn het er verder over eens dat [appellant] en [appellante] niet zijn ingegaan op een aanbod van [geïntimeerde] voor het afsluiten van een service/onderhoudscontract.
In het licht van het voorgaande acht het hof onvoldoende aanknopingspunten aanwezig voor de stelling van [appellant] en [appellante] dat de opdracht aan [geïntimeerde] mede inhield: het testen van het hele inbraakalarmsysteem, inclusief de werking van de detector op de bovenverdieping en het controleren van alle “vinkjes” in de programmatuur.
De omstandigheid dat op een van de facturen van [geïntimeerde] staat vermeld: “Overname alarmsysteem” leidt niet tot een andere conclusie, dit gelet op het feit dat [geïntimeerde] hieromtrent (niet, of in ieder geval onvoldoende weersproken) heeft gesteld dat het hier een interne duiding betreft voor het feit dat het systeem door een andere installateur is aangebracht en geprogrammeerd.
De omstandigheid dat op een van de facturen de term “herprogrammeren” is vermeld leidt evenmin tot een andere conclusie. [geïntimeerde] heeft hieromtrent (eveneens niet dan wel onvoldoende weersproken) gesteld dat het herprogrammeren uitsluitend is geschied voor zover dit nodig was in verband met de door haar uitgevoerde werkzaamheden.
De (door [geïntimeerde] betwiste) stelling van [appellant] en [appellante] dat uit het beveiligingsplan (productie 1 bij inleidende dagvaarding) zou volgen dat [geïntimeerde] verantwoordelijk was voor het goed functioneren van het hele inbraakalarmsysteem, kan naar het oordeel van het hof niet worden aanvaard. Het beveiligingsplan bevat niet meer dan een summiere beschrijving van het alarmsysteem; zonder nadere onderbouwing, die ontbreekt, kan hieruit niet een vergaande verplichting voor [geïntimeerde] worden afgeleid, zoals door [appellant] en [appellante] is gesteld.