De moeder voert in het beroepschrift, zoals aangevuld ter zitting – kort samengevat – het volgende aan.
Naar aanleiding van één enkel incident op de camping is verzocht om de (spoed)machtiging uithuisplaatsing, terwijl de moeder de melding over het incident zoals deze is gedaan door de campingpastor, de weergave van het incident door de campinggasten en hetgeen overigens hieromtrent in de stukken staat beschreven, uitdrukkelijk betwist. De moeder is met [minderjarige] naar [plaats] gefietst om een pizza te eten. Op de terugweg zijn zij verdwaald geraakt.
Het ging in de maanden vóór de uithuisplaatsing van [minderjarige] prima met de moeder. Enkele gebeurtenissen, waaronder de uithuisplaatsing van [minderjarige] , hebben de moeder echter enigszins uit balans gebracht. De moeder werkt hard om haar situatie te stabiliseren en zij gebruikt hiervoor een methode die in het verleden heeft bewezen voor haar effectief te zijn. De moeder meent dat zij [minderjarige] (op termijn) wel degelijk een stabiele en veilige opvoedingsomgeving kan bieden.
De moeder kan zich niet vinden in de zorgpunten zoals omschreven in de gezinsrapportage van 9 augustus 2018. De alcoholverslaving van de moeder is in remissie. De hulpverlening is c.q. wordt door de moeder voldoende geaccepteerd. De moeder heeft vertrouwen in de begeleiding van [instelling] . Zij staat ook open voor begeleiding bij het leren omgaan met ADHD, hetgeen bij haar is vastgesteld. De moeder had graag gezien dat zij en [minderjarige] een plek binnen een moeder-kind huis hadden gekregen. De mogelijkheden daartoe waren er ook. De gezinsvoogd heeft dit echter aantoonbaar getraineerd. De moeder heeft op aangeven van de gezinsvoogd aan [instelling] gevraagd een persoonlijkheidsonderzoek uit te voeren, maar [instelling] zag daartoe geen noodzaak.
De moeder heeft sinds de uithuisplaatsing van [minderjarige] slechts beperkt contact met haar gehad en zij spreekt de gezinsvoogd ook niet of nauwelijks. De moeder is zeer tevreden over het pleeggezin en is hen in de loop der tijd als familie voor [minderjarige] gaan beschouwen.
De moeder heeft een langzame (gefaseerde) terugplaatsing van [minderjarige] voor ogen. In ieder geval kan niet zonder gedegen onderzoek geconcludeerd worden dat [minderjarige] ’s perspectief elders ligt. De moeder verzoekt dan ook een (NIFP-)onderzoek te gelasten om haar beperkingen en mogelijkheden in kaart te brengen.