ECLI:NL:GHSHE:2019:1619
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Huurzaak over de bewoning van een woning door huurster na uitschrijving bij de gemeente
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een huurgeschil tussen de Regionale Woningbouwvereniging Samenwerking (RWS) en een aantal geïntimeerden, waaronder [geïntimeerde 1]. RWS stelt dat [geïntimeerde 1] sinds 11 januari 2017 niet meer in de woning woont, terwijl zij de huurovereenkomst niet heeft opgezegd. Dit zou in strijd zijn met de huurovereenkomst en de algemene huurvoorwaarden. RWS vordert ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning.
In eerste aanleg heeft de kantonrechter de vorderingen van RWS afgewezen, omdat RWS onvoldoende bewijs had geleverd dat [geïntimeerde 1] niet meer in de woning verbleef. RWS heeft echter in hoger beroep nieuwe gegevens overgelegd, waaronder inschrijvingsgegevens van de gemeente en een verslag van een bevolkingscontroleur, waaruit blijkt dat [geïntimeerde 1] niet in de woning woont. Het hof oordeelt dat de betwisting van [geïntimeerden c.s.] onvoldoende gemotiveerd is en dat RWS in haar vorderingen gelijk moet worden gegeven.
Het hof vernietigt het eindvonnis van de kantonrechter en ontbindt de huurovereenkomst. [geïntimeerde 1] wordt veroordeeld om de woning binnen 14 dagen na betekening van het arrest te ontruimen. Tevens worden de andere geïntimeerden veroordeeld om de ontruiming te gedogen. RWS wordt in het gelijk gesteld en krijgt de proceskosten vergoed.