Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de moeder, bijgestaan door mr. Psara;
- de vader, bijgestaan door mr. Janssen;
- mevrouw [vertegenwoordiger van de GI 1] en [vertegenwoordiger van de GI 2] namens de GI;
- mevrouw [vertegenwoordiger van de raad] namens de raad.
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg d.d. 20 augustus 2018;
- het V6-formulier met bijlagen van de advocaat van de moeder d.d. 5 maart 2019;
- het V6-formulier met bijlagen van de advocaat van de vader d.d. 7 maart 2019.
3.De beoordeling
.
24 augustus 2019.
- gedurende één zaterdag per vier weken, van 10.00 uur of zoveel eerder als voor het bijwonen van de voetbalwedstrijd van [minderjarige] vereist is, tot 18.00 uur, waarbij de vader [minderjarige] zal halen en brengen;
- na verloop van acht weken gedurende één zaterdag per twee weken, van 10.00 uur of zoveel eerder als voor het bijwonen van de voetbalwedstrijd van [minderjarige] vereist is, tot 18.00 uur, waarbij de vader [minderjarige] zal halen en brengen.
4.De beslissing
E.H. Schijven-Bours en is op 11 april 2019 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van mr. C.E.M. Geertsma-van Ooijen, griffier.