ECLI:NL:GHSHE:2019:1360
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van minderjarigen in het kader van jeugdbescherming
In deze zaak gaat het om de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De moeder, appellante, heeft in hoger beroep de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 3 oktober 2018 aangevochten, waarin de machtiging tot uithuisplaatsing van de kinderen is verlengd. De kinderen staan sinds 11 oktober 2016 onder toezicht van de gecertificeerde instelling (GI) en zijn uithuisgeplaatst vanwege ernstige zorgen over de opvoedsituatie bij de moeder. De moeder betwist de zorgen van de GI en stelt dat zij in staat is om de kinderen weer thuis te laten wonen, met begeleiding van een instantie. De GI heeft echter verzocht het hoger beroep van de moeder af te wijzen en de beschikking in stand te laten, omdat er nog geen duidelijkheid is over de opvoedmogelijkheden van de moeder.
Tijdens de mondelinge behandeling zijn de moeder, de GI en de vader gehoord. De vader heeft bezwaar gemaakt tegen een terugplaatsing van de kinderen bij de moeder. Het hof heeft overwogen dat de wettelijke vereisten voor een uithuisplaatsing nog steeds zijn vervuld en dat het noodzakelijk is om de uithuisplaatsing voort te zetten totdat er meer duidelijkheid is over de opvoedmogelijkheden van de moeder. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waarbij het belang van de kinderen voorop staat. De GI zal een onderzoek uitvoeren naar de mogelijkheden voor terugplaatsing van de kinderen bij de moeder, maar dit moet zorgvuldig gebeuren om herhaling van eerdere problemen te voorkomen.