Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- [appellant] , bijgestaan door mr. Stallen;
- namens de curator, mevrouw [medewerker 1] en de heer [medewerker 2] .
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van een hoger beroep dat door de appellant is ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Oost-Brabant. De appellant, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. C.C.A. Stallen, verzocht om de vernietiging van de eerdere beschikking en om de opheffing van de curatele. Het hof verwijst naar het verloop van het geding in eerste aanleg en constateert dat de appellant op 5 november 2018 een beroepschrift heeft ingediend, maar dat de stukken niet compleet waren. Meerdere verzoeken om uitstel voor het indienen van de ontbrekende stukken zijn door het hof gehonoreerd. Tijdens de mondelinge behandeling op 11 maart 2019 heeft de advocaat verklaard dat het volledige procesdossier nu beschikbaar is en dit ter inzage gegeven aan het hof en de curator. De curator heeft verklaard dat hij bekend is met de inhoud van de stukken en heeft geen bezwaar gemaakt tegen de late indiening van het procesdossier. Het hof heeft vastgesteld dat er geen wettelijke basis is voor niet-ontvankelijkheid en dat de goede procesorde niet is geschonden. Daarom heeft het hof de appellant ontvankelijk verklaard in zijn verzoek in hoger beroep en de curator in de gelegenheid gesteld om een verweerschrift in te dienen.