3.3.Converse c.s. leggen daaraan, zakelijk weergegeven, het volgende ten grondslag.
De curator en FM Fashion maken misbruik van recht door het bestreden eindvonnis ten uitvoer te leggen en handelen daarmee onrechtmatig jegens Converse c.s. Het vonnis berust namelijk op een aantal kennelijke feitelijke en juridische misslagen. Concreet heeft Converse c.s. de volgende kennelijke misslagen genoemd:
A.
Ten aanzien van de opheffing van de beslagen:
1. Het vonnis is in strijd met artikel 23 Rv (het “non ultra petita” beginsel) omdat de beslagen zijn opgeheven terwijl FM Fashion dat niet heeft gevorderd. In strijd met artikel 19 Rv (het beginsel van hoor en wederhoor) is een vordering toegewezen zonder dat Converse c.s. zich daarover heeft kunnen uitlaten.
2. De rechtbank heeft in strijd met de artikelen 19 en 23 Rv beslist door de beslagen op te heffen terwijl de curator slechts een veroordeling tot opheffing had gevorderd.
3. De rechtbank had een belangenafweging moeten verrichten alvorens zij kon overgaan tot opheffing van de beslagen.
B.
Ten aanzien van de proceskostenveroordeling ten gunste van de curator heeft de rechtbank
eveneens in strijd beslist met het beginsel van hoor en wederhoor door de hoogte van de proceskosten te begroten op basis van een productie waar Converse c.s. niet op heeft kunnen reageren. Daarbij is de rechtbank bij haar oordeel dat de door de curator en FM Fashion gevorderde proceskosten redelijk en evenredig zijn, uitgegaan van een onjuist bedrag aan door Converse c.s. opgevoerde advocaatkosten, hetgeen een kennelijke feitelijke misslag oplevert. Converse c.s. zijn door de rechtbank benadeeld omdat zij steekhoudende argumenten hebben aangevoerd tegen (de hoogte van) de gevorderde kostenveroordeling en die argumenten door de rechtbank ten onrechte buiten beschouwing zijn gelaten.
Ook ten aanzien van de proceskostenveroordeling ten gunste van FM Fashion heeft de rechtbank in strijd beslist met het beginsel van hoor en wederhoor. De rechtbank heeft de verweren van Converse c.s. tegen (de hoogte van) de gevorderde kostenveroordeling ten onrechte buiten beschouwing gelaten.
C.
Daarnaast bevat het vonnis en de daaraan voorafgegane tussenvonnissen nog een aantal
andere kennelijke feitelijke en juridische misslagen, door Converse c.s. nader uitgewerkt in
productie 9 bij akte d.d. 4 september 2018:
- Converse c.s. heeft het gezag van gewijsde van het arrest van het Oberlandesgericht Hamburg d.d. 15 september 2011 ingeroepen. Het arrest had daarom moeten leiden tot toewijzing van de vorderingen van Converse c.s. maar de rechtbank maakt er in haar vonnissen geen melding van;
- de rechtbank heeft ten onrechte een bewijsaanbod van Converse c.s. afgewezen omdat dit niet specifiek genoeg zou zijn;
- de rechtbank heeft ten onrechte het beroep van Converse c.s. dat de schoenen counterfeit zijn gepasseerd;
- de rechtbank heeft miskend dat zogenaamde “back door sales” irrelevant zijn;
- de rechtbank heeft ten onrechte betekenis toegekend aan de HLB-rapporten;
- de rechtbank stelt in het tussenvonnis van 4 september 2013 en het vonnis van 4 juli 2018 ten onrechte dat Converse c.s. het bestaan van de door Sporttrading c.s. gestelde legale goederenstroom zou hebben erkend;
- de rechtbank heeft de bewijslast ten onrechte omgekeerd en de bewijslast bij Converse c.s. neergelegd;
- de rechtbank heeft Converse c.s. een onjuiste bewijsopdracht gegeven.
Converse c.s. stelt dat haar belangen bij schorsing van de tenuitvoerlegging van het vonnis van 4 juli 2018 aanzienlijk zwaarder wegen dan de belangen van de curator en FM Fashion bij onverwijlde tenuitvoerlegging daarvan. Converse c.s. heeft daartoe - kort gezegd - het volgende aangevoerd.
Haar belangen zullen door de tenuitvoerlegging van het vonnis op ernstige en onherstelbare
wijze worden geschaad:
- Bewijsmateriaal om de inbreuk op de merkrechten van Converse c.s. in kaart te brengen zal verloren gaan. Converse c.s. heeft (vooralsnog) geen toegang tot de (kopie van de) administratie en heeft ook geen inzagerecht verkregen. De (kopie van de) administratie bevindt zich bij de gerechtelijk bewaarder.
- Een aanzienlijke hoeveelheid inbreukmakende Converse schoenen zal op de markt komen waardoor Converse c.s. onherstelbare schade zal lijden waarvoor de curator en FM Fashion geen verhaal bieden.
- De effectiviteit van het hoger beroep zal ernstig worden ondermijnd.
De curator heeft geen last van de beslagen. Hij zal de schoenen toch niet kunnen verkopen zo lang niet vaststaat dat daarmee geen inbreuk wordt gemaakt op de merkrechten van Converse c.s. De in beslag genomen administratie betreft een kopie van de administratie van Sporttrading c.s., zodat de curator onverminderd toegang heeft tot deze administratie.
FM Fashion stelt nooit te hebben gehandeld in Converse schoenen zodat zij al helemaal niet wordt getroffen door de beslagen en mitsdien ook geen belang heeft bij teruggave van de schoenen en/of de administratie.