Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
[de vrouw], wonende te [woonplaats] (hierna te noemen: de vrouw),
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- een journaalbericht van de zijde van de man van 16 mei 2018 met bijlagen, ingekomen op 17 mei 2018;
- een journaalbericht van de zijde van de bewindvoerder van 14 november 2018 met bijlagen, ingekomen op 15 november 2018.
4.De omvang van het geschil
€ 150,-, die in mindering moeten worden gebracht op zijn draagkracht. De man verzoekt om die reden de zorgkorting te bepalen op 50%.
€ 150,- per maand betaalt.
5.De motivering van de beslissing
70% [NBI - (0,3 NBI + variabel jaarlijks vastgesteld bedrag)].
€ 60.242.-. Ervan uitgaande dat het inkomen van de man ongewijzigd is gebleven, brengt dit een NBI in 2018 van € 3.263,- per maand met zich mee.
€ 392,- per maand, zal het hof het hof het draagkrachtloos inkomen van de man met een bedrag van € 392,- verhogen.
€ 150,- per maand, welke kosten volgens hem zouden drukken op zijn draagkracht, heeft de vrouw dit gemotiveerd weersproken en aangevoerd dat de man niet met bewijsstukken heeft aangetoond dat hij maandelijks noodzakelijke kosten maakt van € 150,- per maand. Bovendien is het niet noodzakelijk dat de man kosten voor kleding en schoenen maakt, nu de vrouw hierin voor [de minderjarige] voorziet.
€ 269,- bedraagt.
6.De slotsom
7.De beslissing
€ 369,- per maand zal betalen, de toekomstige termijnen telkens bij vooruitbetaling te voldoen;