ECLI:NL:GHSHE:2019:1255
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake uithuisplaatsing van minderjarige in het kader van gezinsproblematiek
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de vader tegen de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 1 oktober 2018, waarin een machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige is verleend. De vader, die samen met de moeder het ouderlijk gezag over de minderjarige uitoefent, is van mening dat de uithuisplaatsing niet noodzakelijk is en dat hij in staat is om voor de minderjarige te zorgen met hulp van familieleden. De moeder en de gecertificeerde instelling (GI) zijn van mening dat de uithuisplaatsing moet worden voortgezet, gezien de problematiek van de minderjarige en de onveilige thuissituatie waarin hij zich bevond. Het hof heeft de mondelinge behandeling op 14 maart 2019 gehouden, waarbij zowel de vader als de moeder, de GI en de Raad voor de Kinderbescherming zijn gehoord. Het hof heeft vastgesteld dat de minderjarige sinds 19 juli 2018 onder toezicht staat van de GI en dat er zorgen zijn over de opvoedcapaciteiten van de vader. De vader heeft sinds oktober 2018 geen contact meer gehad met de minderjarige, wat de situatie bemoeilijkt. Het hof concludeert dat de uithuisplaatsing van de minderjarige noodzakelijk blijft, gezien de kwetsbaarheid van het kind en de problematiek van beide ouders. De beschikking van de rechtbank wordt bekrachtigd.