ECLI:NL:GHSHE:2019:1188
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake ondertoezichtstelling van een minderjarige
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de moeder tegen de beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarbij haar minderjarige kind onder toezicht is gesteld van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering. De moeder, die het eenhoofdig ouderlijk gezag uitoefent, verzoekt om de ondertoezichtstelling op te heffen, omdat zij van mening is dat er geen ernstige bedreiging is voor de ontwikkeling van haar kind. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de moeder onvoldoende opvoedvaardigheden heeft en dat er extra ondersteuning nodig is. Tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep op 12 februari 2019, heeft de moeder haar standpunten toegelicht, waarbij zij stelt dat zij in staat is om voor haar kind te zorgen en dat de zorgen van de raad ongegrond zijn. De raad en de gecertificeerde instelling hebben echter aangegeven dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk is, gezien de kwetsbaarheid van het kind en de zorgen over de opvoedvaardigheden van de moeder. Het hof heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de wettelijke vereisten voor ondertoezichtstelling en heeft geconcludeerd dat deze zijn vervuld. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank, waarbij de ondertoezichtstelling van het kind wordt gehandhaafd.