In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 28 maart 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna aangeduid als [minderjarige]. De moeder, appellante, heeft verzocht de beschikking van de rechtbank Limburg te vernietigen, die de machtiging tot uithuisplaatsing had verlengd. De moeder beschikte, ondanks langdurige begeleiding, niet over voldoende pedagogische vaardigheden om de zorg en opvoeding van [minderjarige] adequaat te waarborgen. De GI, Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg, heeft in haar verweerschrift aangegeven dat de moeder niet leerbaar is en dat haar pedagogische vaardigheden ontoereikend blijven. Het hof heeft de mondelinge behandeling op 5 maart 2019 gehouden, waarbij de moeder, haar advocaat, de GI, de pleegouders en de vader zijn gehoord. Het hof heeft vastgesteld dat de moeder, ondanks haar goede bedoelingen en liefde voor [minderjarige], niet in staat is om de noodzakelijke opvoedingsomgeving te bieden. De uithuisplaatsing is noodzakelijk voor de ontwikkeling van [minderjarige]. Het hof heeft de bestreden beschikking bekrachtigd en het verzoek van de moeder om de machtiging te beperken tot een half jaar afgewezen. De beslissing is genomen in het belang van de verzorging en opvoeding van [minderjarige].