Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
hij op of omstreeks 08 juli 2015 te Eindhoven, althans in het arrondissement Oost-Brabant, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [aangever] opzettelijk van het leven te beroven met dat opzet (terwijl hij, verdachte, rijdende was op een motor en [aangever] , zonder helm, rijdende was op een scooter) met zijn, verdachtes, hand tegen de linkerkant van het stuur van de scooter waarop die [aangever] was gezeten, heeft geduwd (waardoor die [aangever] ten val kwam), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;subsidiair:
hij op of omstreeks 08 juli 2015 te Eindhoven, althans in het arrondissement Oost-Brabant, aan [aangever] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten breuken in het linker jukbeen, de bovenkaak, de oogkas en de achterhoofdsknobbel, heeft toegebracht door met dat opzet (terwijl hij, verdachte, rijdende was op een motor en [aangever] , zonder helm, rijdende was op een scooter) met zijn, verdachtes, hand tegen de linkerkant van het stuur van de scooter waarop die [aangever] was gezeten, heeft geduwd (waardoor die [aangever] ten val kwam);
hij op of omstreeks 08 juli 2015 te Eindhoven, althans in het arrondissement Oost-Brabant, grovelijk, althans aanmerkelijk onvoorzichtig, onachtzaam en/of nalatig (terwijl hij, verdachte, rijdende was op een motor en [aangever] , zonder helm, rijdende was op een scooter) met zijn, verdachtes, hand tegen de linkerkant van het stuur van de scooter waarop die [aangever] was gezeten, heeft geduwd (waardoor die [aangever] ten val kwam) waardoor het aan zijn schuld te wijten is geweest dat [aangever] zwaar lichamelijk letsel, te weten breuken in het linker jukbeen, de bovenkaak, de oogkas en de achterhoofdsknobbel, heeft bekomen, althans zodanig lichamelijk letsel dat daaruit tijdelijke ziekte en/of verhindering in de uitoefening van de ambts- of beroepsbezigheden van deze was ontstaan;
- Op 8 juli 2015 heeft verdachte, samen met een andere motoragent, noodhulpdienst. Verdachte en zijn collega worden om 01:10 uur door de meldkamer gekoppeld aan een melding van een woninginbraak, waarbij twee personen op een donkere scooter zouden zijn weggereden (p. 61).
- Korte tijd later zien twee andere politieagenten, rijdend in een opvallend dienstvoertuig, een persoon rijden op een rode scooter. Deze twee politieagenten willen de scooterrijder, de latere aangever, controleren in verband met voornoemde melding van een woninginbraak en vanwege het feit dat hij geen helm draagt (proces-verbaal overtreding PL2100-2015152023-35, p. 2).
- Aangever reageert niet op het via het stoptransparant van de politieauto gegeven stopteken, ook niet nadat de optische en geluidssignalen worden aangezet. De twee politieagenten zetten daarop met hun politieauto de achtervolging in (proces-verbaal overtreding PL2100-2015152023-35, p. 2).
- Tijdens deze achtervolging heeft aangever een aantal kruisingen overgestoken zonder te remmen en zonder naar links of rechts te kijken (proces-verbaal overtreding PL2100-2015152023-35, p. 3).
- Verdachte en zijn collega motoragent [motoragent] nemen vervolgens ook deel aan de achtervolging. Verdachte neemt waar dat aangever zonder helm rijdt, tegen de rijrichting in en met een te hoge snelheid (verklaring verdachte, p. 115 en verklaring verdachte ter terechtzitting in hoger beroep).
- Verdachte gaat er van uit dat het hier vermoedelijk gaat om de woninginbreker (verklaring verdachte, p. 114).
- Omstreeks 01.30 uur, op de Paradijslaan, gaat verdachte naast de scooter van aangever rijden. Verdachte maakt oogcontact met aangever en roept tegen hem, terwijl hij wijst met zijn rechterarm, dat hij moet stoppen (verklaring verdachte, p. 115).
- Aangever laat het gas los en vermindert snelheid. Verdachte mindert ook vaart en blijft naast de scooter rijden. Verdachte ziet vervolgens dat aangever de blik strak vooruit richt en gelijktijdig gas geeft (verklaring verdachte, p. 115).
- Verdachte besluit op dat moment om aangever tot stoppen te dwingen (verklaring verdachte, p. 115).
- De weg is op dat moment vrij, er is geen publiek aanwezig, er staan geen geparkeerde auto’s en de weg is breed (verklaring verdachte ter terechtzitting eerste aanleg, 12 december 2016).
- Verdachte geeft met zijn rechterhand een duw tegen de linkerkant van het stuur van de scooter (verklaring verdachte, p. 115).
- Verdachte (verklaring verdachte, p. 115) en zijn collega [motoragent] (p. 136) geven aan dat de aangever op dat moment tussen de 20 en 25 km/uur reed.
- Verdachte dacht dat het aantikken veilig kon gebeuren (verklaring verdachte p. 115)
- Het doel van verdachte is om een einde te maken aan de achtervolging door aangever uit balans en ten val te brengen en hem aan te houden. Verdachte gaat er daarbij van uit dat aangever na de val ongedeerd zal opstaan en ofwel zal wegrennen, ofwel zal blijven staan en meewerken aan zijn aanhouding (verklaring verdachte, p. 116).
- Ter plaatse van de val van aangever bestaat het wegdek uit klinkerbestrating (p. 28).
- Door de duw tegen het stuur klapt het stuur om en valt de scooter naar links op de grond (verklaring [motoragent] , p. 136). Aangever komt ook ten val.
- Aangever wordt per ambulance naar het ziekenhuis gebracht. Zijn letsels bestaan uit fracturen van het aangezicht links (breuk van de oogkas en verbrijzelingsbreuk van de bovenkaak en jukbeen), een breuk in het rechter gewricht tussen schedelbasis en halswervelkolom (achterhoofdsknobbel) en een hersenschudding (p. 77).
- Aangever verlaat op 9 juli 2015 het ziekenhuis, 1 dag na het gebeuren. Als behandelbeleid wordt vastgesteld de nek zes weken te immobiliseren met een nekbrace (berichtgeving ziekenhuisopname, p. 99). Vanwege aanhoudende pijnklachten draagt aangever de nekbrace tot drie maanden na het voorval en heeft hij fysiotherapie gehad voor zijn nek. Tot op de dag van vandaag heeft aangever soms last van zijn kaak en nek (verklaring advocaat benadeelde partij ter terechtzitting hof, 27 februari 2019).
- De kans op fataal c.q. ernstig schedelhersenletsel en/of nekletsel door een val van een snorfiets met een snelheid van 20-30 km/uur moet reëel geacht worden (rapportage NFI d.d. 18 januari 2016, p. 109).
- Verdachte rijdt vanaf zijn achttiende motor en is sinds medio 2000 motorrijder bij de politie. Hij heeft twee algemene rijopleidingen gevolgd, de OMBS (Opleiding Basis Motor Surveillant) en de voorloper daarvan, en twee specifieke motorrijopleidingen (verklaring verdachte, p. 112).
- Verdachte heeft geen specifieke rijopleidingen gevolgd, bijvoorbeeld OT of AT waarin de vaardigheden om dienstvoertuigen in te zetten als actief middel bij staande houdingen worden getraind (verklaring verdachte, p. 112).
- Verdachte geeft aan de hier gehanteerde methode eerder te hebben toegepast, maar daarvan zijn geen registraties in het politiebedrijfsprocessensysteem Basisvoorziening Handhaving (BHV) opgenomen en verdachte kan er geen schriftelijke bescheiden van overleggen (verklaring verdachte, p. 131).
- Verdachte was niet bekend met het Richtinggevend Kader over de inzet en het optreden van politie bij achtervolgen, tactisch volgen en geforceerde stops (verklaring verdachte, p. 112; Richtinggevend kader, p. 175 e.v.).
arantenstellungen. Als iemand functioneel handelt met een bepaalde verantwoordelijkheid, worden de maatstaven van (on)voorzichtig gedrag mede daardoor bepaald.
aan zijn schuld te wijten zijn dat een ander zwaar lichamelijk letsel bekomt.
- € 35,00 broek
- € 15,00 riem
- € 56,00 verblijf ziekenhuis
- € 93,29 opvragen medische gegevens
- € 576,00 kosten voor rechtsbijstand
- € 5.000,00 smartengeld
[aangever] is toegebracht tot een bedrag van 1.106,00. De verdachte is daarvoor jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk.
,te vermeerderen met de wettelijke rente op de wijze zoals hiervoor is vermeld, nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bevelen dat vervangende hechtenis voor na te melden duur zal worden toegepast als de verdachte in gebreke blijft bij betaling en geen verhaal biedt, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de op te leggen verplichting tot schadevergoeding niet opheft.
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
60 (zestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
30 (dertig) dagen hechtenis;
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
€669,29 (zeshonderdnegenenzestig euro en negenentwintig cent);