ECLI:NL:GHSHE:2019:1145

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
26 maart 2019
Publicatiedatum
26 maart 2019
Zaaknummer
200.249.718_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afstand van instantie en proceskosten in hoger beroep

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep in kort geding dat is ingeleid door Eurocoin Gaming B.V. en andere appellanten tegen Digitus LTD en andere geïntimeerden. De procedure is gestart met een dagvaarding op 30 augustus 2018, waarbij de appellanten in eerste aanleg als gedaagden en de geïntimeerden als eisers optraden. Het hof heeft op 26 maart 2019 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het hof de akte van afstand van instantie van de appellanten heeft verleend. Dit betekent dat de procedure is beëindigd zonder dat er een inhoudelijke uitspraak is gedaan over de zaak zelf.

De appellanten hebben in hun akte afstand van instantie aangegeven dat zij de procedure willen intrekken, waarbij zij ook de bijzondere volmachten hebben overgelegd die vereist zijn volgens artikel 250 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De geïntimeerden hebben in hun antwoordakte aangegeven dat zij het aanbod van de appellanten tot intrekking van de procedure accepteren, maar verzoeken het hof om de appellanten te veroordelen tot terugbetaling van hun advocaatkosten op basis van artikel 1019h Rv.

Het hof heeft geoordeeld dat, hoewel de appellanten verplicht zijn om de proceskosten van de geïntimeerden te betalen, er in deze procedure geen plaats is voor een proceskostenveroordeling. Dit is gebaseerd op artikel 250 lid 4 Rv, dat bepaalt dat een bevelschrift voor de betaling van kosten pas kan worden uitgevaardigd nadat de geïntimeerden de appellanten hebben aangeschreven tot voldoening van deze kosten. Aangezien het hof niet van een dergelijke aanschrijving op de hoogte is, kan er thans nog geen bevelschrift worden uitgevaardigd. Het hof heeft derhalve de akte van afstand van instantie verleend en vastgesteld dat de instantie is geëindigd.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht
zaaknummer 200.249.718/01
arrest van 26 maart 2019
in de zaak van

1.Eurocoin Gaming B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,

2.
Novomatic Services NL B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
3.
de rechtspersoon naar het recht van Oostenrijk Novomatic AG,gevestigd te [vestigingsplaats] , Oostenrijk,
4.
Novamatic Netherlands B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
appellanten,
advocaat: mr. M.A. Mak te Alkmaar,
tegen

1.de vennootschap naar buitenlands recht Digitus LTD,tevens handelend onder de naam Betsoft Gaming Limited,gevestigd te [vestigingsplaats] , Cyprus,

2.
[geintimeerde 2] ,wonende te [woonplaats] , Mexico,
geïntimeerden,
advocaat: mr. E.C. Menkhorst te Zeist,
op het bij exploot van dagvaarding van 30 augustus 2018 ingeleide hoger beroep van het vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 7 augustus 2018, gewezen tussen onder meer appellanten als gedaagden en geïntimeerden als eisers.

1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/02/346873 / KG ZA 18-420)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.

2.Het geding in hoger beroep

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding in hoger beroep;
  • de akte afstand van instantie (artikel 249 Rv) van appellanten met producties;
  • de ambtshalve door de rolraadsheer verleende akte niet-dienen van grieven;
  • de akte afstand van instantie (artikel 249 Rv) overlegging volledige volmacht;
  • de antwoordakte afstand van instantie, tevens houdende akte overlegging productie van geïntimeerden.
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald.

3.De beoordeling

3.1.
Zoals uit het verloop van de procedure blijkt, hebben appellanten een akte afstand van instantie genomen en de bijzondere volmachten in het geding gebracht die in dit geval op grond van het bepaalde in artikel 250 lid 2 Rv zijn vereist. Aangezien is voldaan aan de voorwaarden die de wet stelt aan afstand van instantie, zal het hof akte verlenen van de afstand van instantie.
3.2.
Geïntimeerden geven in hun antwoordakte te kennen dat zij het aanbod van appellanten tot intrekking van de procedure onder vergoeding van haar kosten accepteert. Zij brengen een specificatie in het geding van hun advocaatkosten die in het kader van dit hoger beroep zijn gemaakt. Geïntimeerden verzoeken het hof op grond van artikel 1019h Rv om appellanten – naast de betaalde griffierechten – ook tot terugbetaling van dit bedrag te veroordelen.
3.3.
Hoewel appellanten ingevolge artikel 249 lid 2 Rv verplicht zijn de proceskosten van geïntimeerden te betalen, is voor een proceskostenveroordeling in deze procedure geen plaats. Ingevolge artikel 250 lid 4 Rv vaardigt de rechter ter zake de betaling van de kosten op verlangen van de gedaagde een bevelschrift uit. Alvorens echter een dergelijk bevelschrift kan worden uitgevaardigd, dienen geïntimeerden appellanten aan te schrijven tot voldoening van deze kosten. Eerst als betaling uitblijft, kan – los van de onderhavige procedure – een bevelschrift worden gevraagd (vgl. Van Dam-Lely, in T&C Burgerlijke Rechtsvordering, art. 250 Rv, aant. 2 sub d). Omdat het hof niet van een dergelijke aanschrijving is gebleken, kan thans nog geen bevelschrift worden uitgevaardigd.

4.De uitspraak

Het hof:
verleent akte van de afstand van instantie en verstaat dat de instantie is geëindigd.
Dit arrest is gewezen door mr. S.M.A.M. Venhuizen, rolraadsheer, en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 26 maart 2019.
griffier rolraadsheer